Van David. Een psalm.
- De aarde is van God de HEER,
die alles maakte tot zijn eer,
de wereld en wie haar bewonen.
Hij heeft het land zelf vastgezet
– het water van de zee draagt het –
om zo zijn grote macht te tonen. - Wie mag de berg van God op gaan
en in het heiligdom gaan staan
om daar de HEER te komen eren?
Wie op bedrog zijn hoop niet bouwt,
maar hart en handen zuiver houdt
en nooit een valse eed zal zweren. - Hij krijgt de zegen van de HEER.
Van God, zijn redder, die hij eert,
zal hij rechtvaardigheid ontvangen.
Zo gaat het met wie Hem verwacht,
met Jakobs volk en nageslacht:
zij zoeken Hem met groot verlangen. - Omhoog, die eeuwenoude boog!
Ja, poorten, maak je wijd en hoog!
Daar komt de glorieuze koning!
Wie is die koning die daar rijdt?
De HEER, die sterk is in de strijd.
Hij rijdt heldhaftig naar zijn woning. - Omhoog, die eeuwenoude boog!
Ja, poorten, maak je wijd en hoog!
Daar komt de glorieuze koning!
Wie is Hij die daar komt met pracht?
De HEER met heel zijn legermacht.
Hij komt vol glorie naar zijn woning.
Deze psalmberijming is een project in uitvoering. Ik probeer regelmatig een nieuwe psalm te plaatsen, maar ik heb geen idee hoe vaak dat gaat lukken en ook niet of dit project ooit afkomt.
Psalmen zijn natuurlijk bedoeld om te zingen, dus ik heb er geen bezwaar tegen als dat gebeurt. Wel zou ik het leuk vinden om dat dan ook te weten.
En ik zou je willen vragen deze berijming niet verder te verspreiden zonder mijn toestemming en nooit zonder bronvermelding.
