De God van het Oude Testament is helemaal geen liefdevolle God. Het is maar een wrede sadist die er plezier in heeft mensen op een gruwelijke manier te kwellen. En wie in zo’n God gelooft, is een gevaarlijke fundamentalist. Want zulke mensen zijn bereid om in naam van hun God andere mensen kwaad te doen of zelfs te vermoorden. Hele volkeren zelfs worden er in het Oude Testament uitgeroeid, zogenaamd omdat God het wil. Zo zie je waar blind geloof in zo’n wrede God toe kan leiden. Toch?
Eén van de voorbeelden die ongelovigen vaak aanhalen om te laten zien hoe wreed God is en hoe gevaarlijk blind geloof, is het verhaal van Abraham die zijn zoon Izak moet offeren. God geeft hem dat bevel: offer je zoon Izak als een brandoffer. En Abraham doet het nog ook! Zo blind is hij blijkbaar dat hij bereid is om zijn enige zoon als een beest te slachten, alleen omdat God het zegt. Sterker nog: omdat hij denkt dat God, die immers niet bestaat, het zegt. Dat kan dus blijkbaar als je in zo’n denkbeeldige God gelooft: dan zijn vaders zelfs bereid om hun eigen kinderen te doden!
Nu kan ik me goed voorstellen dat dit verhaal op het eerste gezicht heel schokkend is. Maar als je niet verder kijkt dan dit, ontgaat je de werkelijke betekenis van dit verhaal.
Om te beginnen: Abraham heeft zijn zoon Izak niet geofferd! Nee, God greep op tijd in en hield hem tegen. Zo wreed is God dus blijkbaar toch niet. Ja maar, zegt men dan, dat kon Abraham niet weten. Hij was toch maar blindelings bereid om het te doen! Is dat zo? Ik zie twee aanwijzingen dat Abraham wel degelijk uitging van een goede afloop. Als hij en Izak op weg gaan en de knechten achterlaten, zegt hij: wacht op ons tot we terugkomen (Genesis 22:5). En even later, als Izak vraagt waar het offerlam is, zegt hij: God zelf zal daar in voorzien (Genesis 22:8). Spreekt hier een vader die de gruwelijke waarheid verzwijgt voor zijn zoon? Of spreek hier een gelovige die ondanks zijn vragen en twijfels weet dat het goed komt?
Ik denk het laatste. Als er iemand was die ervaren had dat God te vertrouwen was, dan was het Abraham wel. Jarenlang had hij moeten wachten op de vervulling van Gods belofte dat hij een zoon zou krijgen. En toen het allang onmogelijk leek dat het ooit nog zou gebeuren, toen gebeurde het toch nog. En aan die belofte hingen nog meer beloften. Uit Izak zou een groot volk voortkomen. Dus Abraham wist: het kan niet zo zijn dat God daar nu een eind aan maakt. Hoe zit het dan wel? Waarom vraagt God dit nu van mij? Ik weet het niet. Maar dit weet ik wel: wat God van me vraagt, is altijd goed. En het loopt altijd goed af.
Natuurlijk had Abraham vragen en twijfels. Maar God test hem hier (Genesis 22:1). Hoe sterk is Abrahams geloof? Is de vervulling van de beloften die hij gekregen heeft voor hem afhankelijk van Izak? Of verwacht hij het van God alleen? Abraham moet kiezen en hij maakt de goede keus. Hij slaagt voor de test. Dat was ook de bedoeling. Als God moeilijke keuzes of andere problemen op ons pad legt, is dat nooit vanuit een neutrale houding. Zo van: Ik zal wel eens zien hoe het afloopt en of hij of zij wel echt in Mij gelooft of niet. Nee, God gebruikt zulke tests altijd om ons geloof te versterken. Zodat we nog meer op God gaan vertrouwen, in plaats van op onszelf of andere mensen of andere dingen. Met de test, geeft Hij ook het vermogen om die te doorstaan (1 Korinthiërs 10:13). Zodat we nog dichter bij Hem komen.
Vertrouwen op God is nooit misplaatst of gevaarlijk
Dat Abraham Izak op het altaar legde en het mes ophief was dus geen blinde gehoorzaamheid aan een wrede God. Het was een diep vertrouwen op een goede, liefdevolle God die niet wreed kan zijn. Hij gehoorzaamt niet ook al vraagt God iets moreel verwerpelijks van hem. Nee, hij gehoorzaamt omdat hij erop vertrouwt dat wat God vraagt altijd goed is. En dat vertrouwen wordt nooit beschaamd. Dat vertrouwen is nooit misplaatst of gevaarlijk. En daarom kun je zo’n God altijd veilig gehoorzamen. Juist dat laat dit verhaal zo mooi zien.
Maar de betekenis gaat nog verder. Gods beloften aan Abraham gingen nog verder. Uit Izak zou niet slechts een groot volk geboren worden. In dat volk zouden alle volken van de aarde gezegend worden. Juist die belofte herhaalt God nog eens aan het eind van dit verhaal. Omdat Abraham hier op God vertrouwd heeft, daarom zullen straks alle volken gezegend worden (Genesis 22:18). Wat wil dat zeggen? Uit Izak zal eens de Messias geboren worden: Jezus Christus. Door hem zal de wereld gered worden. Hoe? Doordat Hij als een lam geslacht zal worden. En dit offerlam is niemand minder dan Gods eigen Zoon.
Daar ligt de diepere betekenis van dit verhaal! Abraham hoeft zijn zoon niet te offeren. O, God had het volste recht om dat van hem te vragen. Abraham heeft geen zoon verdiend. De wereld heeft geen redding verdiend. We zijn allemaal zondige mensen, van nature vijanden van God. We verdienen alleen maar straf en dood. Alles wat we in plaats daarvan krijgen is puur genade. Onverdiend. Alleen mogelijk omdat God zelf zijn Zoon voor ons geofferd heeft.
Een ram wordt geofferd in Izaks plaats
Plaatsvervanging noemen we dat. Christus werd geofferd in onze plaats. En juist dat wordt zichtbaar in dit verhaal: Abraham mag zijn zoon houden. God zelf voorziet in een ram dat daar opeens in de struiken verstrikt blijkt te zitten. Die ram wordt geofferd in Izaks plaats.
Nu weet ik best dat ongelovigen niet zomaar tevreden zullen zijn met deze uitleg. Zelfs als je wel in God gelooft, is het al vreselijk moeilijk om God niet langs je eigen morele meetlat te leggen en Gods eisen te toetsen aan je eigen ideeën over goed en kwaad. Hoeveel moeilijker moet het dan zijn om je voor te stellen wat het is om te vertrouwen op een altijd goede, altijd liefdevolle God, als je niet eens gelooft dat Hij bestaat. En als je ervan uitgaat dat de Bijbel niet meer is dan een verzameling menselijke boeken, kun je onmogelijk accepteren dat er in Genesis al een diepere betekenis te vinden zou zijn die verwijst naar het Nieuwe Testament. Zoveel verschillende auteurs uit zoveel verschillende eeuwen! Hoe zou daar ooit een eenduidige boodschap in te vinden kunnen zijn?
Maar voor mij is die eenheid in de Bijbel nu juist het belangrijkste argument om te geloven dat de Bijbel betrouwbaar is. Ik kom Christus bij wijze van spreken op elke bladzijde van de Bijbel tegen, ook in het Oude Testament. Dankzij het licht van Gods Geest zie ik dat. Geloof is een geschenk van boven. En als je dat eenmaal gekregen hebt, snap je niet meer hoe mensen zo blind kunnen zijn voor de duidelijke boodschap van Gods liefde die je in de hele Bijbel tegemoet straalt. Juist omdat de Bijbel geschreven is door zoveel mensen, uit zoveel eeuwen, en toch zo duidelijk dezelfde Christus leert, kan het toch onmogelijk verzonnen zijn? Als ik twijfel, is het vaak dit argument dat me weer overhaalt om God en de Bijbel toch te vertrouwen.
Geloofsvertrouwen, daar gaat het dus om. Want alleen wie gelooft en erop vertrouwt dat Christus zichzelf voor hem geofferd heeft, die is ook inderdaad gered door dat offer.
Bron foto: https://www.flickr.com/photos/markbyzewski/4697955057/