Het heeft niet zo mogen zijn. De Hervorming werd vanaf het begin bestreden door de kerk van Rome, die zich op het concilie van Trente welbewust tegenover haar stelde en voortging op de ingeslagen weg. Ze verzwakte zichzelf door innerlijke verdeeldheid en eindeloze twisten. En naast haar kwamen nog in dezelfde zestiende eeuw het socinianisme en het anabaptisme op, die beiden van dezelfde basisgedachte uitgingen, van de onverzoenbare tegenstelling namelijk tussen natuur en genade, en daarom óf de genade opofferden aan de natuur, óf de natuur aan de genade. Dezelfde tegenstelling tussen schepping en herschepping, tussen het menselijke en het goddelijke, tussen de rede en de openbaring, tussen de aarde en de hemel, tussen humanisme en christendom, of hoe men de onderdelen van de tegenstelling verder noemen mag, dezelfde tegenstelling werkte ook later en tot op de dag van vandaag door. Bij de scheidingen en scheuringen die in de zestiende eeuw al plaats vonden, bleef het niet. Elke volgende eeuw breidde hun aantal uit. De zeventiende eeuw bracht het ontstaan van het remonstrantisme in Nederland, het independentisme in Engeland, het piëtisme in Duitsland. In de achttiende eeuw kwamen daar het herrnhuttisme, het methodisme en het swedenborgianisme bij en werden alle kerken overstroomd door de vloedgolf van het deïsme. Na de Franse Revolutie, in het begin van de negentiende eeuw, had er een machtige godsdienstige ontwaking plaats in roomse en protestantse kerken. Maar toch namen de scheidingen nog altijd toe: darbysme en irvingianisme, mormonisme en spiritisme en allerlei andere sekten brokkelen de kerken af, die zelf vaak innerlijk door een geest van twijfel en onverschilligheid worden verzwakt en verteerd. En buiten de kerken organiseert zich de macht van het monisme in materialistische of pantheïstische vorm voor een laatste, dodelijke aanval op heel het christelijk geloof.
Op de eenheid en algemeenheid van de kerk van Christus schijnt zo alle hoop verloren te zijn. Van de ruim 1500 miljoen mensen die volgens de gewone schatting op de aarde wonen, zijn er ongeveer 10 miljoen Joden, 175 miljoen mohammedanen, 214 miljoen brahmanen, 120 miljoen boeddhisten, 300 miljoen confucianen, 140 miljoen shintoïsten, 173 miljoen polytheïsten. De christenen maken samen nog maar een derde deel van de inwoners van de aarde uit, namelijk ongeveer 534 miljoen, en zijn onderling weer verdeeld in 254 miljoen roomsen, 106 miljoen Grieksen, 165 miljoen protestanten en in allerlei andere groepen en sekten.
Er is één troost – Christus vergadert de zijnen uit alle stammen en talen, uit alle volken en naties. Hij zal ze allemaal bijeenbrengen en ze zullen zijn stem horen. En het zal worden één kudde, één Herder. Joh. 10:16