Bij deze eerste soort van middelen, die allemaal objectief en uiterlijk zijn, komt nog een tweede reeks van vormen en manieren waar God zich bij zijn openbaring van bedient. Daartoe behoren alle middelen die een subjectief karakter dragen, die niet buiten maar in de mens zelf aanwezig zijn en waardoor God dus niet van buiten tot, maar van binnen in de mens spreekt.
De eerste plaats wordt daarbij ingenomen door de eigenaardige openbaring die Mozes, de middelaar van het Oude Testament, ten deel viel. Deze openbaring wordt beschreven als een openbaring waarbij de Heer tot Mozes sprak van aangezicht tot aangezicht, zoals een man met zijn vriend spreekt. Ex. 33:11
Mozes nam in het Oude Testament een geheel unieke plaats in en was ook hoog boven alle profeten verheven. God sprak tot hem, niet door middel van een visioen, niet in duistere woorden, maar van mond tot mond. Hij zag de Heer niet in een gezicht, maar hij zag zijn gelijkenis, zijn gestalte, niet zijn wezen of zijn aangezicht, maar toch de naglans van Gods heerlijkheid die voor zijn ogen voorbij gegaan was. Num. 12:8, Ex. 33:18-23
Verder behoort tot deze middelen van openbaring de droom, Num. 12:6, Deut. 13:1-6 het gezicht of visioen – dat wil zeggen: een toestand waarin het lichamelijk oog voor de buitenwereld gesloten en het oog van de ziel voor de aanschouwing van goddelijke dingen geopend wordt – Num. 12:6, Deut. 13:1-6 en vooral ook de inspiratie of de inspraak van Gods Geest in het menselijk bewustzijn. Num. 11:25-29, 2 Sam. 23:2, Mat. 16:17, Hand. 8:29, 1 Kor. 2:12, 2 Pet. 1:21 Deze laatste openbaring, door middel van inspraak in het bewustzijn van de mens, komt ook al herhaaldelijk voor in het Oude Testament. Maar daar wordt die toch altijd nog voorgesteld als een werking van de Geest die van boven en voor een ogenblik de profeet overvalt. Maar in het Nieuwe Testament, als de Geest zelf is uitgestort, wordt de inspiratie niet alleen gewoner als vorm van de openbaring, maar neemt die ook een meer organisch en duurzaam karakter aan.
Deze twee soorten openbaringsmiddelen – objectief en subjectief – kunnen worden samengevat onder de namen manifestatie en inspiratie. Daarbij moeten we dan echter wel bedenken dat de inhoud van de manifestatie zeer zeker niet alleen bestaat uit daden, maar ook uit gedachten en woorden. En ook mogen we niet uit het oog verliezen dat de inspiratie die hier bedoeld wordt, verschilt van de werking van de Heilige Geest die profeten en apostelen genoten bij het te boek stellen van de openbaring (inspiratie of theopneustie van de Heilige Schrift) en ook van de innerlijke verlichting (illuminatie) waar alle gelovigen in delen.