Verder, waarom zou ik concilies opsommen die elkaar tegenspreken? En men moet mij niet tegenwerpen dat van concilies die elkaar tegenspreken het een of het ander niet wettig is. Want op grond waarvan moeten we dat beoordelen? Nou, volgens mij op grond van het feit dat we op basis van de Schrift vaststellen dat de besluiten van een bepaald concilie niet rechtzinnig zijn. Want dat is de enige norm om onderscheid te maken.
Het is al ongeveer negenhonderd jaar geleden dat het derde concilie van Constantinopel (680), samengekomen onder keizer Leo III,1 besloot dat de beelden die in de kerken geplaatst waren, omvergehaald en stukgeslagen moesten worden. Korte tijd later besloot het tweede concilie van Nicea (787), dat keizerin Irene samengeroepen had uit haat tegen het eerstgenoemde concilie, dat de beelden weer opgericht moesten worden. Welke van deze twee concilies moeten wij als wettig erkennen?
Het laatste, dat in de kerken ruimte gegeven heeft voor beelden, heeft zich algemeen gehandhaafd. Maar Augustinus zegt dat je geen beelden kunt oprichten zonder dat je direct het gevaar loopt van afgoderij. Epiphanius van Salamis2 leefde eerder. Hij spreekt nog scherper. Hij leert dat het zonde en een gruwel is als in een kerk van christenen beelden te zien zijn. Als zij zo spreken, zouden zij dit concilie dan goedgekeurd hebben als ze nog in leven waren?
En als de geschiedschrijvers de waarheid vertellen en je de acta zelf geloven wil, dan zijn daar niet alleen de beelden zelf, maar is daar ook het dienen van beelden geaccepteerd. Het is echter duidelijk dat zo’n besluit afkomstig is van Satan. En wat moeten we ervan zeggen dat ze heel de Schrift verdraaid en verscheurd hebben en zo hebben laten zien dat ze de spot met haar dreven? Ik heb dat eerder al meer dan voldoende duidelijk gemaakt.
Hoe dan ook, we kunnen op geen andere manier onderscheid maken tussen concilies die elkaar tegenspreken – en dat zijn er veel geweest – dan door ze allemaal te wegen op de weegschaal van mensen en engelen. Ik heb die weegschaal genoemd: het Woord van de Heer. Daarom accepteer ik het concilie van Chalcedon en verwerp ik het tweede concilie van Efeze (449). Want op het laatstgenoemde werd de goddeloosheid van Eutyches bevestigd, maar op het eerstgenoemde werd die veroordeeld. Heilige mannen hebben het oordeel over die kwestie alleen geveld volgens de Schrift. En zo volg ik die mannen in hun oordeel: Gods Woord dat hen verlichtte, verlicht nu ook ons.
Laat de roomsen nu hun gang maar gaan en volgens hun gewoonte pochen dat de Heilige Geest vastgebonden zit aan hun concilies.
1Leo III († 741), keizer van het Byzantijnse rijk.
2Epiphanius († 403), bisschop van Salamis.