4.9.2 – Echte en valse concilies

0
217

Laten we het dan nu over de inhoud hebben. Als je in de Schrift te weten probeert te komen wat het gezag van de concilies is, bestaat daarover geen duidelijker belofte dan deze uitspraak van Christus: ‘Waar twee of drie bij elkaar zijn in mijn naam, daar ben Ik in hun midden.’ Mattheüs 18:20 Maar dat slaat evengoed op regionale synodes als op een algemeen concilie. Toch is dat niet het punt waar bij deze kwestie het probleem ligt. Nee, het zit hem in de voorwaarde die eraan toegevoegd wordt: Christus is pas aanwezig op een concilie als dat in zijn naam bijeenkomt.

Dus ook al noemen mijn tegenstanders ook duizendmaal de concilies van de bisschoppen, toch schieten ze daar maar weinig mee op. Ze kunnen niet voor elkaar krijgen dat ik geloof wat zij beweren: dat de concilies bestuurd worden door de Heilige Geest. Dat geloof ik pas als ze bewijzen dat die concilies bijeenkomen in de naam van Christus. Immers, evengoed kunnen goddeloze en slechte bisschoppen tegen Christus samenspannen als goede en rechtschapen bisschoppen samenkomen in zijn naam. Daar hebben we duidelijke bewijzen van in heel veel besluiten die uit zulke concilies zijn voortgekomen. Maar daar kijken we later naar.

Nu geef ik slechts één antwoord: Christus belooft alleen maar iets aan degenen die bijeenkomen in zijn naam. Dus moeten we bepalen wat dat inhoudt.

Ik ontken dat in zijn naam degenen bijeenkomen, die het gebod van God verwerpen waarin Hij verbiedt iets aan zijn Woord toe te voegen of af te doen Deuteronomium 4:2; Openbaring 22:18-19 en die naar eigen goeddunken allerlei dingen vaststellen. Die niet tevreden zijn met de goddelijke uitspraken van de Schrift – de enige norm voor volmaakte wijsheid – maar zelf iets nieuws verzinnen. Christus heeft natuurlijk niet beloofd op alle mogelijke concilies aanwezig te zijn. Nee, Hij heeft aan zijn belofte een specifiek kenmerk toegevoegd. Daarom hebben wij echt niet het recht om dit onderscheid te negeren.

Dit is het verbond dat God in het verleden sloot met de priesters uit de stam Levi: ze moesten onderwijzen vanuit zijn mond. Maleachi 2:7 Dat heeft Hij ook altijd van de profeten geëist. We zien dat deze regel ook aan de apostelen werd opgelegd. Wie dit verbond schenden, keurt de Heer de eer van het priesterschap niet waard en ook geen gezag.

Als mijn tegenstanders mijn geloof buiten Gods Woord in slavernij willen brengen onder menselijke dogma’s, moeten ze eerst dit probleem maar eens voor mij oplossen.

Bestellen?

Reageren

Schrijf hier je reactie.
Vul hier alsjeblieft je naam in