4.7.26 – Christus’ grootste vijand kan nooit zijn plaatsvervanger zijn

0
517

Laat de roomsen nu hun gang maar gaan. Laat ze het verleden maar tegen ons in stelling brengen. Alles is zo veranderd. Zou de eer van de stoel kunnen blijven bestaan als er helemaal geen stoel meer is?

Eusebius vertelt dat God de kerk van Jeruzalem naar Pella verplaatste, om ruimte te maken voor zijn wraak.1 Als we horen dat dat één keer gebeurd is, kan het vaker gebeuren. Daarom is het toch echt wel heel erg belachelijk en dom om de eer van het primaat zo aan een plaats te binden dat je degene die in werkelijkheid de ergste vijand van Christus is, de grootste tegenstander van het evangelie, de voornaamste verwoester en verstrooier van de kerk, de wreedste slachter en beul van alle heiligen, toch blijft beschouwen als de plaatsvervanger van Christus, de opvolger van Petrus en het opperhoofd van de kerk, alleen omdat hij op de stoel zit die in het verleden de eerste van allemaal was.

Ik zwijg er nog over hoe groot het verschil is tussen de kanselarij van de paus en een goed ingerichte kerkelijke orde. Toch kan alleen dat ene punt de laatste twijfel over deze kwestie wegnemen. Want niemand met gezond verstand zal de bisschopstaak opsluiten in verzegelde bullen en nog veel minder in die werkplaats van leugen en bedrog, waarin men blijkbaar het geestelijke bestuur van de paus ziet liggen. En ik beschuldig hier geen gebreken van personen. Nee, ik laat zien dat het pausdom zelf lijnrecht in strijd is met de inrichting van de kerk.

1Eusebius van Caesarea, Historia ecclesiastica III, 5,3.

Bestellen?

Reageren

Schrijf hier je reactie.
Vul hier alsjeblieft je naam in