Sommigen vinden het brutale laster als ik de paus van Rome de antichrist noem. Maar als je dat vindt, begrijp je niet dat je Paulus beschuldigt van arrogantie. Want als ik dit zeg, spreek ik hem na, sterker nog, dan spreek ik met zijn mond. En niemand moet mij tegenwerpen dat, zoals zij zeggen, de woorden van Paulus op iets anders slaan en dat ik ze verdraai en onterecht op de paus van Rome laat slaan. Daarom zal ik in het kort aantonen dat ze alleen maar op het pausdom kunnen slaan.
Paulus schrijft dat de antichrist in Gods tempel zal zitten. 2 Thessalonicenzen 2:4 En ergens anders beschrijft de Geest het beeld van de antichrist in de persoon van Antiochus IV Epifanes. Daarmee laat Hij zien dat het koninkrijk van de antichrist zal bestaan uit grootspraak en godslasteringen. Daniël 7:25; Openbaring 13:4 Daar maak ik uit op dat zijn tirannie meer gericht is tegen de zielen dan tegen de lichamen, omdat die in opstand komt tegen het geestelijke rijk van Christus.
Bovendien maak ik eruit op dat het een tirannie is die de naam van Christus en de aanduiding ‘kerk’ niet wegneemt, maar Christus juist misbruikt als voorwendsel en zich verschuilt achter het masker van de aanduiding ‘kerk’. Weliswaar horen alle ketterijen en sekten die er vanaf het begin geweest zijn, tot het rijk van de antichrist. Maar Paulus voorzegt dat er afval zal komen. 2 Thessalonicenzen 2:3 Met die aanduiding geeft hij aan dat die afschuwelijke stoel zal worden opgericht als de kerk in beslag genomen is door een algemene afval, ook al houden vele leden van de kerk hier en daar nog vast aan de echte geloofseenheid.
Hij voegt daar nog aan toe dat de antichrist al in zijn tijd begonnen was met het uitvoeren van het verborgen werk van onrechtvaardigheid en dat hij dat later openlijk zou doen. Thessalonicenzen 2:7 Daaruit concludeer ik dat deze ellende niet veroorzaakt wordt door één mens en ook niet met één mens zou eindigen.
Verder duidt Paulus de antichrist aan met dit kenmerk: hij zal God beroven van zijn eer om die aan zichzelf toe te kennen. 2 Thessalonicenzen 2:4 En dat is de belangrijkste aanwijzing die we moeten volgen bij het zoeken van de antichrist. Vooral als zo’n hoogmoed ertoe leidt dat de kerk openlijk verstrooid raakt. Nu staat vast dat de paus van Rome zichzelf onbeschaamd heeft toegeëigend waar God en vooral Christus recht op hebben. Daarom hoeven we er niet aan te twijfelen dat hij de aanvoerder en vaandeldrager is van het goddeloze en weerzinwekkende rijk van de antichrist.