Wat betreft de ouderdom van de stoel van Rome: om die te bevestigen is er niets ouder dan een besluit van het concilie van Nicea (325). Dat concilie kende de eerste plaats onder de patriarchen toe aan de bisschop van Rome. Daarbij kreeg die het bevel om voor de kerken te zorgen die in de omgeving van Rome lagen. Met zo’n verdeling tussen hem en de andere patriarchen, waarbij ze elk een eigen gebied toegewezen kregen, stelde het concilie hem natuurlijk niet aan als hoofd over iedereen. Nee, het concilie maakte van hem alleen een van de voornaamsten.

Vitus en Vicentius waren aanwezig namens Julius I,1 die toen de kerk van Rome regeerde. Zij kregen de vierde plaats. Ik vraag je: als Julius erkend werd als hoofd van de kerk, zouden ze zijn afgezanten dan naar de vierde plaats verwezen hebben? En zou Athanasius dan voorzitter geweest zijn van een concilie, waar de orde van de hiërarchie het duidelijkst zichtbaar hoorde te schitteren?
Op het concilie van Efeze (431) heeft Celestinus I2 – toen de bisschop van Rome – een slinkse streek uitgehaald om de waardigheid van zijn stoel veilig te stellen. Hij zond wel zijn afgezanten naar dat concilie, maar hij droeg Cyrillus,3 de bisschop van Alexandrië, op om zijn plaatsvervanger te zijn. Terwijl Cyrillus sowieso al voorzitter geweest zou zijn! Waar was die opdracht anders voor bedoeld dan om op een of andere manier zijn naam te verbinden aan de eerste plaats? Want Celestinus’ afgezanten zaten op een lagere plaats, hun werd samen met de anderen om hun mening gevraagd en zij ondertekenden als ze aan de beurt waren. Maar ondertussen combineert de patriarch van Alexandrië zijn eigen naam met die van de naam van de bisschop van Rome.
Wat zal ik zeggen over het tweede concilie van Efeze (449)? Weliswaar waren daar afgezanten van Leo I aanwezig. Maar toch was de patriarch van Alexandrië, Dioscorus,4 voorzitter omdat hij daar op grond van zijn eigen positie recht op had. De roomsen zullen tegenwerpen dat dat geen rechtzinnig concilie was. Daar werd de heilige man Flavianus5 veroordeeld en Eutyches vrijgesproken en zijn goddeloosheid goedgekeurd. Maar toen de synode bijeenkwam en de bisschoppen de zitplaatsen onder elkaar verdeelden, zaten de afgevaardigden van de kerk van Rome vast en zeker tussen de anderen, net alsof ze op een heilig en wettig concilie zaten. Toch gingen ze niet in discussie over de eerste plaats. Nee, ze stonden die af aan iemand anders. Dat zouden ze vast niet gedaan hebben als ze gevonden hadden dat zij daar recht op hadden. Want de bisschoppen van Rome hebben zich er nooit voor geschaamd om onenigheid te veroorzaken omwille van hun eer en alleen om die reden de kerk te kwellen en in verwarring te brengen met veel gevaarlijk geruzie. Maar Leo besefte dat dit een veel te brutale eis zou zijn, als hij voor zijn gezanten de eerste plaats zou willen hebben. En daarom zag hij ervan af.
1Paus Julius I († 352).
2Paus Celestinus I († 432).
3Cyrillus († 444), patriarch van Alexandrië.
4Dioscorus († 454), patriarch van Alexandrië.
5Flavianus († 449), patriarch van Constantinopel.