4.5.8 – Monniken mogen geen priester zijn

0
429

Laten we nu kijken hoe trouw de roomse priesters hun taak uitvoeren. Dat is het tweede kenmerk bij het beoordelen van een wettige herder.

Van de presbyters – priesters – die in het pausdom aangesteld worden, zijn sommigen monniken en anderen, zoals zij dat noemen, seculieren.

De eerste categorie was in de oude kerk onbekend. Dat monniken zo’n positie in de kerk hebben, is zo in strijd met het beroep van monnik, dat je vroeger geen monnik bleef als je vanuit het klooster werd opgenomen onder de geestelijken. Sterker nog, in de tijd van Gregorius de Grote waren er al veel fouten. Toch stond hij niet toe dat deze categorieën met elkaar vermengd raakten. Hij wil dat degenen die abt worden, afstand doen van hun positie als geestelijke. Want niemand kan tegelijk monnik en geestelijke zijn zoals het hoort. Het een vormt namelijk een belemmering voor het ander.1

Stel nu dat ik vraag hoe iemand zijn taak goed kan uitvoeren als de canones hem ongeschikt verklaren. Wat, vraag ik je, zullen zij dan antwoorden? Natuurlijk zullen ze dan voor mij de ontijdig geboren besluiten citeren van Innocentius en Bonifatius. Zij laten de monniken toe tot de eer en de macht van het priesterschap, terwijl ze toch in hun kloosters kunnen blijven. Maar wat is dat voor manier van doen dat een of andere domme ezel, omdat hij de stoel van Rome bezet, alles van de oude kerk met één woordje ondersteboven keert? Maar daar zal ik het later over hebben.

Nu moet dit voldoende zijn: toen de kerk nog zuiver was, werd het als heel absurd beschouwd als een monnik als priester zou fungeren. Want Hiëronymus ontkent dat hij de priestertaak uitvoert terwijl hij tussen monniken leeft. Nee, hij beschouwt zichzelf als iemand van het volk, die door een priester geregeerd moet worden.

Maar stel dat ik hun op dit punt gelijk geef. Wat van hun taak voeren zij dan uit? Sommige bedelmonniken preken. Alle andere monniken zingen of prevelen hun missen in hun schuilhoeken. Alsof Christus gewild heeft dat daar dienaren voor aangesteld zouden worden, of alsof de aard van die taak dat toelaat! De Schrift verklaart duidelijk dat het de taak van een dienaar is om zijn eigen kerk te regeren. Handelingen 20:28 Is het dan geen goddeloze ontheiliging als je die taak op iemand anders overdraagt en Gods heilige instelling zelfs compleet verandert?

Want als monniken geordend worden, wordt hun expliciet verboden wat God alle dienaren opdraagt. Immers, hun wordt dit liedje voorgezongen: een monnik moet tevreden zijn met zijn klooster. Hij moet het niet wagen de sacramenten te bedienen of op een andere manier publiek iets van zijn taak uit te voeren.

De roomsen moeten maar ontkennen, als ze dat kunnen, dat je openlijk een spelletje speelt met God als je een dienaar aanstelt met de bedoeling dat hij zijn taak niet daadwerkelijk echt uitvoert. En dat je dan misschien wel presbyter heet, maar het niet echt bent.

1Gregorius de Grote, Epistulae III, 11.

Bestellen?

Reageren

Schrijf hier je reactie.
Vul hier alsjeblieft je naam in