Als we deze hele zichtbare vorm van kerkregering zoals die tegenwoordig onder het pausdom bestaat, overwegen en onderzoeken zoals het hoort, zullen we merken dat er geen rovershol is waarin de struikrovers zo losbandig zonder wet of teugel tekeergaan. Werkelijk, in het pausdom is alles zo anders dan hoe Christus het heeft ingesteld, zo ontaard van de bepalingen en morele normen van de oude kerk en zo in strijd met de natuur en de rede, dat Christus geen groter onrecht aangedaan kan worden dan dat zij zijn naam gebruiken als voorwendsel om zo’n wanordelijke regering te verdedigen.

Ze zeggen: ‘Wij zijn de steunpilaren van de kerk, de leiders van de godsdienst, de plaatsvervangers van Christus, de aanvoerders van de gelovigen. Want via opvolging hebben wij de macht van de apostelen gekregen.’ Continu pronken ze met die dwaasheden, alsof ze het tegen blokken hout hebben.
Maar steeds als ze daarop pochen, zal ik hun op mijn beurt vragen wat zij gemeen hebben met de apostelen. Want het gaat niet over een of andere erfelijke eer. Die zou zelfs aan slapenden verleend kunnen worden. Nee, het gaat over de taak van het prediken. En die ontvluchten ze steeds!
Bovendien, als ik beweer dat hun rijk de tirannie van de antichrist is, dan zeggen ze daar meteen tegenin dat het de eerbiedwaardige hiërarchie is, die zo vaak door grote en heilige mannen geprezen is. Alsof de heilige kerkvaders, toen zij de kerkelijke hiërarchie of geestelijke regering aanprezen zoals die aan henzelf van hand tot hand was overgeleverd door de apostelen, zich deze misvormde en totaal verwoeste chaos konden dromen! Bisschoppen zijn meestal ongeschoolde ezels die zelfs de eerste, gewone basisbeginselen van het geloof niet kennen. Soms zijn het nog kinderen die net bij hun voedster vandaan komen. En als sommigen iets meer geleerd hebben – wat maar zelden voorkomt – dan denken ze dat de taak van een bisschop niets anders inhoudt dan een schitterende titel vol pracht en praal. De bestuurders van de kerken denken er niet aan de kudde te weiden, evenmin als een schoenmaker eraan denkt om het land te bebouwen. Alles is zo verward, nog erger dan in de Babylonische spraakverwarring, Genesis 11:9 dat er geen enkel spoortje meer te ontdekken valt van wat de kerkvaders bepaald hebben.