4.4.4 – Aartsbisschoppen en patriarchen

0
266

Verder was in elke provincie een van de bisschoppen aartsbisschop. En het concilie van Nicea (325) stelde ook nog patriarchen aan, die in rang en aanzien nog hoger zouden zijn dan de aartsbisschoppen. Dat was allemaal om de tucht te handhaven. Bij deze uitleg mogen we trouwens niet over het hoofd zien dat deze instelling maar heel zelden gebruikt werd.

Deze rangen zijn dus vooral ingesteld om deze reden: als er in een kerk iets gebeurde dat niet goed geregeld kon worden door weinigen, dan kon het worden doorverwezen naar de provinciale synode. Als de zaak zo omvangrijk of ingewikkeld was dat het nodig was om er dieper op in te gaan, werd er gebruik gemaakt van de patriarchen, die een synode samenriepen van alle bisschoppen die aan hen ondergeschikt waren. Daarna kon men alleen nog in beroep gaan bij een algemeen concilie.

Sommigen hebben deze manier van regeren een hiërarchie genoemd. Volgens mij is dat een foute term. In elk geval komt die niet voor in de Schrift. Want de Heilige Geest heeft willen voorkomen dat iemand als het over de regering van de kerk gaat, zou dromen van oppergezag of heerschappij. Maar als we deze term laten liggen en naar de feiten kijken, ontdekken we dat de oude bisschoppen geen andere vorm van kerkregering hebben willen verzinnen dan de vorm die God in zijn Woord heeft voorgeschreven.

Bestellen?

Reageren

Schrijf hier je reactie.
Vul hier alsjeblieft je naam in