4.4.11 – De instemming van het volk

0
298

Het volk heeft lang de vrijheid behouden om zelf de bisschoppen te kiezen. Zo kon hun niemand worden opgedrongen met wie niet iedereen tevreden was. Op het concilie van Antiochië (341) werd dan ook verboden dat het volk tegen zijn wil iemand werd opgedrongen. Ook Leo I bevestigt dat met klem. Vandaar deze uitspraken: ‘Degene die de geestelijken en het volk of de meerderheid willen hebben, die moet gekozen worden.’ En: ‘Wie aan het hoofd staat van allen, moet door allen gekozen worden. Want als er iemand wordt benoemd die niet bekend en niet onderzocht is, dan kan hij alleen met geweld worden opgedrongen.’ En: ‘Degene die de geestelijken uitkiezen en die het volk wil hebben, die moet worden gekozen. En hij moet door de bisschoppen van de provincie gewijd worden, onder het gezag van de bisschop van de provinciehoofdstad.’1

En de heilige vaders hebben ervoor opgepast dat deze vrijheid van het volk ook maar een beetje ingeperkt zou worden. Toen de algemene synode die vergaderde in Constantinopel (381) Nectarius aanstelde, wilde zij dat niet doen zonder de toestemming van alle geestelijken en van het volk. Dat verklaart zij in haar brief aan de synode in Rome.

Daarom, als een bisschop iemand als zijn opvolger benoemde, was dat alleen maar rechtsgeldig als heel het volk het bevestigde. We vinden daar niet alleen een voorbeeld van, maar ook een formule voor bij Augustinus, bij de benoeming van Eraclius.2 En Theodoretus van Cyrrhus3 vertelt dat Athanasius Petrus4 als zijn opvolger benoemd had. Maar hij voegt er dan meteen aan toe dat de priesterorde dit bevestigde en dat de overheid en de leiders van heel het volk ermee instemden.5

1Leo I, Epistulae, 90,2.

2Augustinus, Epistulae, 213.

Eraclius (ca. 450), bisschop van Hippo.

3Theodoretus (ca. 450), bisschop van Cyrrhus en kerkhistoricus.

4Petrus II (ca. 400), patriarch van Alexandrië.

5Theodoretus van Cyrrhus, Historia ecclesiastica IV, 20.

Bestellen?

Reageren

Schrijf hier je reactie.
Vul hier alsjeblieft je naam in