Bij de behandeling daarvan gaat het om vier dingen: we moeten weten wat voor dienaren er uitgekozen moeten worden, hoe zij moeten worden uitgekozen en door wie. En we moeten weten op welke manier en met welk ritueel ze moeten worden aangesteld.
Ik heb het over de uiterlijke en officiële roeping. Het gaat daarbij om de openbare orde van de kerk. Ik sla de verborgen roeping over, waar elke dienaar zich voor God van bewust is en waarbij hij de kerk niet als getuige heeft. Die roeping is een goed getuigenis in ons hart dat wij de aangeboden taak niet aannemen uit eerzucht en evenmin uit hebzucht of welke andere slechte begeerte ook, maar alleen omdat we God oprecht vrezen en graag de kerk willen opbouwen. Dit getuigenis is – ik heb dat al gezegd – voor ons allemaal onmisbaar, als we ervoor willen zorgen dat onze dienst God plezier doet. Maar ondanks dat ben je voor het oog van de kerk geroepen zoals het hoort, ook al neem je je taak op je met een slecht geweten. Zolang je slechtheid maar niet openlijk bekend is.
Ook over personen zonder officiële taak wordt vaak gezegd dat ze geroepen zijn voor een taak, als men ziet dat zij geschikt en bekwaam zijn om een taak te vervullen. Want deskundigheid samen met vroomheid en de andere gaven van een goede herder, vormen een bepaalde voorbereiding op die taak. Immers, degenen die de Heer voor zo’n belangrijke taak bestemd heeft, voorziet Hij eerst van de wapens die nodig zijn om die taak te vervullen. Dan komen ze niet leeg en onvoorbereid. Toen Paulus in zijn brief aan de Korinthiërs de taken wilde behandelen, somde hij daarom eerst de gaven op die je gekregen moet hebben als je een taak wilt vervullen. 1 Korinthiërs 12:7-11
Maar dit is het eerste van de vier punten die ik genoemd heb. Laten we daar dus nu mee verder gaan.
Geweldig! Ik weet niet of de vertaling correct is (want ik heb niet de middelen en kennis om dat te toetsen), maar het is fijn en helder vertaald naar hedendaags nederlands. Dit helpt mij ontzettend, hartelijk dank!