Zulke mensen moeten dus weten dat de rechtspraak legitiem is als je die op de juiste manier gebruikt. En dit is de juiste manier voor een eiser om aan te klagen en voor een beschuldigde om zich te verdedigen: als een beschuldigde gedagvaard wordt, moet hij op de vastgestelde dag voor de rechtbank verschijnen en zijn zaak verdedigen met de verontschuldigingen die hij kan aanvoeren, zonder bitterheid, met als enig motief dat hij door het recht wil beschermen wat van hem is. En als een eiser in zijn leven of in zijn bezit onrechtmatig gekwetst is, moet hij zich onder bescherming van de overheid stellen, zijn klacht uitleggen en eisen wat eerlijk en goed is, maar volledig zonder begeerte om schade te berokken of zich te wreken, zonder bitterheid en haat en zonder zin in ruzie. Sterker nog, hij moet bereid zijn liever afstand te doen van zijn recht en alles te verduren dan dat hij gedreven wordt door vijandschap tegenover zijn tegenstander.
Echter, als de emoties bevangen zijn door kwaadwilligheid, bedorven zijn door haat, ontbrand zijn in woede en dorst hebben naar wraak, kortom, als ze zo sterk branden van begeerte om te strijden dat er iets gaat ontbreken aan de liefde – dan kan het niet anders of zelfs de meest rechtmatige zaak is goddeloos. Want dit moet voor alle christenen vaststaan als basisprincipe: hoe rechtvaardig een proces ook is, je kunt het nooit op de juiste manier voeren als je je tegenstander niet met dezelfde liefde en welwillendheid behandelt als wanneer het conflict al door een minnelijke schikking zou zijn afgedaan.
Misschien werpt iemand tegen dat het een wonder zou zijn als zo’n zelfbeheersing ooit voor een rechtbank gevonden werd, omdat dat echt nooit gebeurt. Natuurlijk geef ik toe dat je, gezien de moraal in onze tijd, nauwelijks een voorbeeld tegenkomt van iemand die zo een proces voert. Maar als er verder niets verkeerds bijkomt, blijft de zaak op zichzelf goed en zuiver. Bovendien, we horen dat hulp van de overheid een heilige gave van God is. Daarom moeten we extra goed oppassen dat die gave niet door onze schuld besmeurd wordt.