Bij het behandelen van de burgerlijke regering komen na de overheid de wetten. Die zijn de heel sterke zenuwen van de staten, of – zoals Cicero ze net als Plato noemt – de zielen waar de overheid niet zonder kan bestaan, terwijl zij andersom ook geen kracht hebben zonder de overheid. Daarom zou je niets zo waars kunnen zeggen als dat een wet een stomme overheid is en de overheid een levende wet.
Dat ik wil beschrijven door wat voor wetten een christelijke staat geregeerd hoort te worden, betekent niet dat je een lange verhandeling moet verwachten over de beste soort wetten. Want zo’n verhandeling zou eindeloos lang duren en niet passen bij ons onderwerp en deze plek. Ik zal alleen met enkele woorden en als het ware in het voorbijgaan aangeven welke wetten een staat voor Gods ogen vroom kan gebruiken en door welke wetten een staat onder mensen bestuurd kan worden zoals het hoort.
Ook dit zou ik liever stilzwijgend volledig willen overslaan. Maar ik besef dat velen op dit punt gevaarlijk dwalen. Want er zijn mensen die zeggen dat een staat niet juist is ingericht als die de staatsinrichting van Mozes negeert en geregeerd wordt door de gewone wetten van de volken. Hoe gevaarlijk en opstandig deze opvatting is, mogen anderen beoordelen. Voor mij is het genoeg als ik laat zien dat deze opvatting onjuist en dom is.
We moeten letten op de gebruikelijke indeling van heel Gods wet die via Mozes is afgekondigd in morele, rituele en burgerlijke wetten. En we moeten elk onderdeel apart bekijken om te kunnen uitmaken wat daarvan nog op ons slaat en wat niet. Ondertussen hoeft niemand zich er druk om te maken dat ook het burgerlijke en het rituele bij het morele hoort. De oude schrijvers die deze indeling leerden, wisten heel goed dat die twee laatste onderdelen ook met het morele te maken hebben. Toch noemden ze die geen morele wetten. Want ze konden veranderd en afgeschaft worden zonder morele consequenties. Daarom noemden ze het eerste onderdeel specifiek de morele wetten, omdat een echt moreel heilig leven en de onveranderlijke norm voor goed leven niet kunnen bestaan zonder dat onderdeel.