En om die beesten in hun eigen arena te doden – als je hier een sacrament zoekt, was het dan niet veel plausibeler geweest om te beweren dat de absolutie door de priester een sacrament is dan dat de innerlijke of uiterlijke boete dat is? Want dan lag het voor de hand om te zeggen dat de absolutie een ritueel is om ons geloof in de vergeving van onze zonden te bevestigen en dat dat ritueel de sleutelbelofte heeft, zoals zij dat noemen: ‘Alles wat jullie op aarde zullen vastbinden of losmaken, zal vastgebonden of losgemaakt zijn in de hemel.’ Mattheüs 18:18
Maar dan hadden we daartegen in kunnen brengen dat de priesters heel veel mensen losmaken die door zo’n absolutie helemaal geen vergeving van zonden krijgen. Terwijl volgens hun leer de sacramenten van de nieuwe wet het effect horen te hebben dat ze afbeelden. Belachelijk! Bij het avondmaal zijn er volgens hen twee soorten eten: een sacramenteel eten, waar goeden en slechten in delen, en een geestelijk eten, waar alleen de goeden deel aan hebben. Waarom zouden ze dan ook niet verzinnen dat je twee soorten absolutie krijgt?
Maar ik heb nog steeds niet kunnen begrijpen wat ze met dit dogma bedoelen. Toen ik het behandelde, heb ik uitgelegd hoe ver het afstaat van Gods waarheid. Hier wil ik alleen laten zien dat dit bezwaar van hen hun echt niet hoeft te verhinderen om de absolutie door de priesters een sacrament te noemen. Want ze hadden via de mond van Augustinus’ kunnen antwoorden dat er een heiliging is zonder zichtbaar sacrament en een sacrament zonder innerlijke heiliging.1 En dat de sacramenten alleen bij de uitverkorenen het effect hebben dat ze afbeelden.2 En dat sommigen Christus aantrekken tot en met het ontvangen van het sacrament en anderen tot en met de heiliging. Dat goeden en slechten beiden het eerste doen, maar alleen de goeden het laatste.3
Natuurlijk kletsen ze nog erger dan kinderen en zijn ze blind voor de zon. Want ze hadden het zo moeilijk, dat ze niet eens zagen wat voor iedereen voor de hand ligt.
1Augustinus, De baptismo contra Donatistas V, 24,34.
2Augustinus, Quaestiones in heptateuchum III. 84.
3Augustinus, De peccatorum meritis et remissione et de baptismo parvulorum I, 11,30 en II, 27,44.