Nu hebben de roomsen en de scholastici de gewoonte om alles met een verkeerde uitleg te bederven. Dus doen ze hier hun uiterste best om een sacrament te vinden. En dat hoeft niet vreemd te lijken. Want ze zoeken een knoop in een bies. Maar ze krijgen niet meer voor elkaar dan dat ze deze kwestie ingewikkeld en onzeker en door allerlei meningen verward en chaotisch maken.
Ze zeggen dus dat uiterlijke boete een sacrament is. En dat, als dat zo is, uiterlijke boete beschouwd moet worden als een teken van innerlijke boete – berouw, een gebroken hart – wat dus de inhoud van dit sacrament is. Of dat zowel uiterlijke als innerlijke boete beiden tegelijk een sacrament zijn, maar dan niet twee, maar één volledig sacrament. Maar dat uiterlijke boete alleen een sacrament is, maar innerlijke boete zowel de inhoud van het sacrament, als het sacrament zelf. En dat de vergeving van zonden alleen de inhoud is en geen sacrament.1
Als je je nog de definitie herinnert die ik hierboven van een sacrament gegeven heb, toets die dan eens aan wat volgens hen een sacrament is. Dan zul je merken dat dit geen uiterlijk ritueel is dat de Heer heeft ingesteld om ons geloof te bevestigen.
En als zij aanvoeren dat mijn definitie een wet is die zij volgens hen niet hoeven te gehoorzamen, dan moeten ze maar eens luisteren naar Augustinus. Ze zeggen immers dat ze hem als heel heilig beschouwen en een onaantastbaar respect voor hem hebben. Hij zegt: ‘De zichtbare sacramenten zijn ingesteld omwille van vleselijke mensen, om ze van de zichtbare dingen langs de trappen van de sacramenten op te laten klimmen naar de dingen die we begrijpen.’2 Zien zij in het sacrament van de boete zoiets of kunnen zij anderen zoiets daarin laten zien?
Ergens anders zegt Augustinus hetzelfde: ‘Het wordt een sacrament genoemd omdat we daarin iets anders zien en iets anders begrijpen. Wat we zien, heeft een fysieke vorm. Wat we begrijpen, heeft een geestelijke vrucht.’3 Dit is absoluut niet van toepassing op het sacrament van de boete, zoals zij dat verzinnen. Want dat heeft geen fysieke vorm die een geestelijke vrucht afbeeldt.
1Petrus Lombardus, Sententiae IV, 22,2.
2Augustinus, De diversis quaestionibus, 43.
3Augustinus, Sermones, 272.