Tot de andere categorie offers, die ik ‘dankoffers’ noem, horen alle plichten van liefde. Als we die aan onze broeders bewijzen, eren we daarmee de Heer zelf in zijn ledematen. Verder behoren tot die categorie ook al onze gebeden, lofprijzingen, uitingen van dankbaarheid en alles dat we doen om God te dienen. En ten slotte zijn al die offers afhankelijk van een groter offer waardoor wij met lichaam en ziel voor de Heer geheiligd worden als een heilige tempel. 1 Korinthiërs 3:16 Want het is niet voldoende als we onze zichtbare daden aanpassen aan gehoorzaamheid aan Hem. Nee, eerst moeten wijzelf en vervolgens alles wat we hebben voor Hem geheiligd en aan Hem gewijd worden. Want alles wat in ons is, moet zijn glorie dienen en erop uit zijn die te vergroten.

Deze categorie offers is niet bedoeld om Gods woede te stillen, niet om vergeving van zonden te krijgen en niet om rechtvaardigheid te verdienen. Nee, ze hebben enkel te maken met God eren en prijzen. Want deze offers kunnen God alleen maar plezier doen als ze komen uit handen van degenen die Hij al vergeving van zonden gegeven heeft, die Hij om een andere reden met zich verzoend heeft en die Hij daardoor van schuld heeft vrijgesproken.
Maar ze zijn voor de kerk wel onmisbaar. Zonder dit soort offers kan de kerk niet bestaan. Zulke offers blijven dan ook voor eeuwig, zolang Gods volk er zal zijn. Dat hebben we eerder al gezien bij de profeet Maleachi. Zo kun je immers deze voorzegging opvatten: ‘Van het oosten tot het westen is mijn naam groot onder de heidenen en overal zal men aan mijn naam een reukoffer brengen en een reine gave. Want mijn naam is afschrikwekkend onder de heidenen, zegt de HEER.’ Maleachi 1:11
Wij mogen die offers dus absoluut niet wegdoen! Daarom gebiedt Paulus dat wij ons lichaam moeten offeren als een levend en heilig offer dat God plezier doet. Dat is onze logische godsdienst. Romeinen 12:1 Hij zegt het daar heel duidelijk, doordat hij eraan toevoegt: ‘Onze logische godsdienst.’ Daarmee bedoelde hij de geestelijke manier om God te dienen. Die stelde hij stilzwijgend tegenover de vleselijke offers uit de wet van Mozes.
Daarom worden goeddoen en delen offers genoemd die God plezier doen. Hebreeën 13:16 Daarom wordt de vrijgevigheid van de Filippenzen, waarmee ze Paulus in zijn gebrek geholpen hadden, een aangenaam reukoffer genoemd. Filippenzen 4:18 Daarom zijn alle goede daden van gelovigen dus geestelijke offers.