4.17.46 – Eén maal per jaar avondmaal vieren is te weinig

0
478

En de gewoonte die beveelt dat we één keer per jaar deelnemen, is natuurlijk echt een uitvinding van de duivel, door wiens bediening die ook ingevoerd is. Er wordt gezegd dat Zefyrinus1 de auteur van dit besluit was, maar het is onwaarschijnlijk dat het toen net zo was als nu. Zoals de tijden toen waren, zorgde hij met zijn bepaling wellicht helemaal niet zo slecht voor de kerk. Want er is geen twijfel aan dat het heilig avondmaal toen bij elke samenkomst werd gepresenteerd en er is ook geen twijfel aan dat een flink deel van de leden ook deelnam. Maar het kwam zelden voor dat iedereen tegelijk deelnam. Toch was het nodig dat zij met een uiterlijk teken getuigden van hun geloof. Want ze leefden tussen onheiligen en afgodendienaars. Daarom stelde die heilige man, omwille van rust en orde, één dag vast waarop heel het christenvolk zijn geloof zou belijden door deel te nemen aan het avondmaal van de Heer.

Deze verder heel goede bepaling van Zefyrinus is door zijn opvolgers in iets slechts veranderd door er een vaste wet van te maken dat je eenmaal per jaar moet deelnemen. Als gevolg daarvan slaapt bijna iedereen rustig op twee oren als ze eenmaal deelgenomen hebben, alsof ze daarmee voor de rest van het jaar hun plicht gedaan hebben. Men had heel anders moeten doen. Minstens één keer per week had de tafel van de Heer klaargezet moeten worden voor de samengekomen christenen en hadden de beloften moeten worden afgekondigd die ons aan die tafel geestelijk voeden. Weliswaar had niemand gedwongen mogen worden, maar iedereen had moeten worden aangespoord. Bovendien had de laksheid moeten worden berispt van degenen die nalatig waren. Dan zou iedereen hongerig samenkomen om heerlijk te genieten.

Ik heb aan het begin dus niet onterecht geklaagd dat deze gewoonte is ingevoerd dankzij de listen van de duivel. Doordat deze gewoonte slechts één dag van het jaar voorschrijft, maakt ze mensen voor een heel jaar zorgeloos. Weliswaar zien we dat dit misbruik er al ingeslopen was in de tijd van Chrysostomos. Maar we zien ook dat hij daar heel ontevreden over was. Want in de passage die ik net citeerde, klaagt hij ernstig dat er op dit punt zulke grote uitersten waren dat ze op andere momenten in het jaar niet aangingen, zelfs al waren ze rein, maar met Pasen wel aangingen, zelfs al waren ze onrein. Vervolgens roept hij uit: ‘Wat een gewoonte! Wat een brutaliteit! Het dagelijkse offer is dus voor niets! Voor niets staan we voor het altaar! Er is niemand die er samen met ons aan deelneemt!’ Het is dus absoluut niet zo dat hij dit met zijn gezag goedkeurde.

1Paus Zefyrinus († 217).

Bestellen?

Reageren

Schrijf hier je reactie.
Vul hier alsjeblieft je naam in