Wat ik tot nu toe over dit sacrament heb uitgelegd, laat heel duidelijk zien dat het niet is ingesteld om het slechts eenmaal per jaar te krijgen en dan, zoals nu algemeen gebruikelijk is, uit een plichtmatige gewoonte. Nee, het is bedoeld om vaak gebruikt te worden door alle christenen. Dan herdenken ze vaak Christus’ lijden. En door die herdenking ondersteunen en versterken ze hun geloof. Ze sporen elkaar aan om Gods lof te belijden en te zingen en zijn goedheid te verkondigen. En ten slotte voeden ze daardoor de onderlinge liefde waarvan ze de band zien in de eenheid van Christus’ lichaam en verklaren ze die liefde ook aan elkaar. Want telkens als we deel krijgen aan het symbool van Christus’ lichaam, verbinden wij ons, als het ware door het over en weer geven en ontvangen van een waarborg, met elkaar om alle plichten te vervullen van liefde, zodat niemand iets doet waarmee hij zijn broeder zou kunnen kwetsen en niets nalaat waarmee hij hem zou kunnen helpen als dat nodig is en als hij daartoe in de gelegenheid is.

Dat de apostolische kerk deze gewoonte had, vertelt Lucas in Handelingen 2. Hij zegt daar dat de gelovigen vasthielden aan de leer van de apostelen, de gemeenschap, het breken van het brood en de gebeden. Handelingen 2:42 Er ging dus geen samenkomst van de gemeente voorbij zonder prediking van het Woord, zonder bidden, zonder uitdeling van het avondmaal of zonder liefdegaven voor de armen. Ook bij de Korinthiërs was deze orde van kracht. Die indruk krijg je in elk geval uit Paulus’ woorden. 1 Korinthiërs 11:20 En het staat vast dat dit daarna nog vele eeuwen gebruikelijk was.
Vandaar de oude canones die worden toegeschreven aan Anacletus I en Calixtus I,1 dat na het uitvoeren van de consecratie iedereen moet deelnemen die niet buiten de kerk gesloten wil worden. En in de oude canones die de canones van de apostelen genoemd worden, lees je dat wie niet tot het eind blijft en niet het heilig avondmaal aanneemt, gestraft moet worden als iemand die onrust sticht in de kerk. Bovendien is op het concilie van Antiochië (341) besloten dat wie wel in de kerk komt en luistert naar de Schriftlezing, maar niet aan het avondmaal gaat, uit de kerk gezet moet worden totdat hij deze fout corrigeert. Op het eerste concilie van Toledo (400) is dit weliswaar verzacht of in elk geval in mildere bewoordingen vastgesteld. Maar toch is ook daar bepaald dat wie wel naar de preek luistert, maar nooit deel blijkt te nemen aan het avondmaal, gewaarschuwd moet worden. En als hij na die waarschuwing nog niet aangaat, moet hij uit de gemeente geweerd moet worden.
1Paus Calixtus I († 222).