De belangrijkste functie van het sacrament is dus niet dat het ons simpelweg en zonder hogere gedachten Christus’ lichaam aanbiedt. Nee, het gaat er juist om dat het de belofte bezegelt en bevestigt waarin Christus getuigt dat zijn vlees echt voedsel en zijn bloed echte drank is. De belofte waarmee Hij ons ook verzekert dat Hij het levensbrood is en dat wie daarvan eet, eeuwig zal leven. Johannes 6:48-56 Om dat voor elkaar te krijgen, stuurt het sacrament ons naar het kruis van Christus. Daar is de belofte daadwerkelijk volbracht en volledig vervuld. We eten Christus immers alleen zoals het hoort en voor ons behoud, als we Hem als de gekruisigde en het sterke effect van zijn dood vastgrijpen met een levend besef.
Want toen Christus zichzelf het levensbrood noemde, leidde Hij die benaming niet af van het sacrament. Sommigen leggen het zo uit, maar dat klopt niet. Nee, Hij noemde zichzelf zo omdat de Vader Hem aan ons gegeven heeft als het levensbrood. En ook omdat Hij heeft laten zien dat Hij het levensbrood is, toen Hij door te delen in onze menselijke sterfelijkheid, ons liet delen in zijn goddelijke onsterfelijkheid. Toen Hij door zichzelf op te offeren, onze vloek op zich nam om zijn zegen over ons uit te gieten. Toen Hij door zijn eigen dood de dood vernietigde en verslond. Toen Hij in zijn opstanding dit vergankelijke vlees dat Hij had aangetrokken, opwekte tot glorie en onvergankelijkheid.