4.17.2 – De wonderlijke ruil

0
667

Voor mensen met een vroom hart kan dit sacrament groot vertrouwen en genot opleveren. Want ze hebben het bewijs dat we met Christus zijn samengegroeid tot één lichaam, zodat we alles wat van Hem is, van ons mogen noemen. Dat betekent dat we onszelf gerust durven beloven dat wij het eeuwige leven hebben, omdat Hij daar de erfgenaam van is. En dat het koninkrijk van de hemel ons evenmin kan ontgaan als Hem, omdat Hij er al is binnengegaan. En ook dat we niet meer veroordeeld kunnen worden om onze zonden, omdat Hij ons van die schuld verlost heeft. Want Hij wilde dat ze Hem werden aangerekend alsof het zijn eigen zonden waren.

Dit is de wonderlijke ruil die Hij volgens zijn onmetelijke welwillendheid met ons gedaan heeft: door onze sterfelijkheid te aanvaarden, gaf Hij ons onsterfelijkheid. Door onze zwakheid aan te nemen, versterkte Hij onze kracht. Door onze armoede op zich te nemen, droeg Hij zijn rijkdom aan ons over. Door de last van onze onrechtvaardigheid, waaronder wij gebogen worden, op zijn schouders te nemen, kleedde Hij ons met zijn rechtvaardigheid.

Bestellen?

Reageren

Schrijf hier je reactie.
Vul hier alsjeblieft je naam in