Maar ik wil dat ook blinden de misleidingen van mijn tegenstanders kunnen tasten. Daarom zal ik het met een heel duidelijke vergelijking laten zien. Stel dat iemand zou willen beweren dat je kleine kinderen geen eten moet geven, onder het voorwendsel dat de apostel Paulus zegt dat alleen wie werkt, mag eten. 2 Thessalonicenzen 3:10 Zou zo iemand het dan niet verdienen dat iedereen hem veracht? Waarom? Paulus zegt dit over een bepaalde categorie mensen van een bepaalde leeftijd. Maar zo iemand laat het op iedereen slaan, zonder onderscheid. Mijn tegenstanders doen net zo slinks bij het onderwerp waar het nu over gaat. Iedereen kan zien dat het alleen op volwassenen slaat. Maar zij laten het ook op kinderen slaan, zodat dus ook deze leeftijdscategorie onder de regel valt die alleen voor ouderen gegeven is.
Wat betreft het voorbeeld van Christus: dat biedt hun zaak geen enkele steun. Hij is niet gedoopt vóór Hij dertig was. Dat is inderdaad waar. Maar de reden ligt voor de hand: Hij besloot op die leeftijd een stevig fundament voor de doop te leggen met zijn prediking. Of beter: Hij besloot het fundament te bevestigen dat kort daarvóór gelegd was door Johannes de Doper. Lucas 3:23; Mattheüs 3:13 Hij wilde dus door zijn prediking de doop instellen. En om die instelling extra gezag te geven, heeft Hij de doop met zijn eigen lichaam geheiligd. En dat deed Hij op het moment dat daar het meest geschikt voor was: toen Hij met zijn prediking begon. Kortom, mijn tegenstanders kunnen niets anders bewijzen dan dat de oorsprong en het begin van de doop in het evangelie ligt.
Als ze zo graag de leeftijd van dertig jaar willen vastpinnen, waarom houden ze zich dan niet aan die leeftijd? Waarom nemen ze dan iedereen aan om gedoopt te worden als die volgens hun oordeel genoeg vooruitgekomen is? Dat geldt zelfs voor Servet, een van hun leermeesters. Ook al dringt hij nog zo koppig aan op de leeftijd van dertig jaar, toch begon hij zich al voor profeet uit te geven toen hij eenentwintig was. Alsof het acceptabel zou zijn dat iemand zich de positie van leraar in de kerk toe-eigent, voordat hij zelf lid is van de kerk!