Maar mijn tegenstanders blijven stevig vasthouden aan hun standpunt. Daarom voegen ze eraan toe dat de doop een sacrament is van berouw en geloof. En van die twee valt in de prille kindertijd nog niets te merken. Daarom moet je ervoor oppassen dat de betekenis van de doop niet leeg en nutteloos gemaakt wordt als je kleine kinderen toestaat erin te delen.
Echter, deze wapens worden meer tegen God gericht dan tegen ons. Immers, dankzij vele Schriftbewijzen is het volkomen zeker dat ook de besnijdenis een teken van berouw was. Bovendien noemt Paulus de besnijdenis een zegel van de rechtvaardigheid door geloof. Romeinen 4:11 Dan moet je dus God zelf ter verantwoording roepen waarom Hij bevolen heeft dat de besnijdenis in de lichamen van kleine kinderen gegraveerd moest worden. Want de doop en de besnijdenis hebben dezelfde inhoud. Daarom kunnen mijn tegenstanders de besnijdenis niets toestaan zonder dat ook aan de doop toe te staan. Als ze hun heil zoeken in de gewone uitvlucht dat de kinderlijke leeftijd geestelijke kinderen symboliseerde, dan heb ik hun die weg al versperd.
Volgens mij is er niets absurds aan dat, als God kinderen laat delen in de besnijdenis als sacrament van berouw en geloof, zij nu ook delen in de doop. Tenzij je openlijk tekeer wilt gaan tegen wat God bepaald heeft. Maar net als in al Gods daden schittert ook in dit besluit voldoende wijsheid en rechtvaardigheid om de tegenwerkingen van de goddelozen af te weren. Op het moment dat de kinderen besneden werden, begrepen ze met hun verstand weliswaar niet wat de bedoeling van dat teken was. Maar toch werden ze echt besneden om hun bedorven en besmeurde natuur te doden. Later, als ze volwassen waren, moesten ze daarover na gaan denken. Kortom, dit bezwaar kan gemakkelijk hiermee weerlegd worden: kinderen worden gedoopt voor toekomstig berouw en toekomstig geloof. Want ook al zijn die nu nog niet in hen gevormd, van beide bevatten ze dankzij het verborgen werk van de Geest al wel het zaad.
Dit antwoord haalt in één keer alles onderuit wat mijn tegenstanders tegen mij in stelling brengen wat ze afleiden van de betekenis van de doop. Bijvoorbeeld de eretitel waar Paulus de doop mee tooit als hij die het bad van de nieuwe geboorte en van de vernieuwing noemt. Titus 3:5 Zij concluderen daaruit dat je de doop alleen mag geven aan degenen die voor beide dingen geschikt zijn. Maar daar kan ik van de andere kant weer tegen inbrengen dat ook de besnijdenis de nieuwe geboorte aanduidde en dan dus ook alleen gegeven had mogen worden aan wie opnieuw geboren was. Maar dan veroordelen we wat God bepaald heeft. Zoals ik dus al meerdere keren aangestipt heb, alle argumenten die de neiging hebben de besnijdenis aan het wankelen te brengen, hebben geen enkele waarde om de doop te bestrijden.
En mijn tegenstanders kunnen ook niet ontsnappen als ze zeggen dat alles wat op Gods gezag gebaseerd is, vast en zeker is, zelfs als we niet begrijpen waarom, maar dat we die eerbied niet hoeven te hebben voor de kinderdoop en andere zulke dingen, omdat die ons niet expliciet door Gods Woord geboden worden. Want ze lopen altijd vast in deze logica: Gods gebod over het besnijden van kleine kinderen was óf legitiem, zodat je er niets tegenin kunt brengen, óf je kunt er kritiek op hebben. Als er niets mis mee en niets absurds aan was, dan kun je ook niets absurds aanwijzen in de praktijk van de kinderdoop.