Zo moeten we opvatten wat Paulus schrijft: de kerk is door haar bruidegom Christus geheiligd en gereinigd met het waterbad in het Woord van het leven. Efeziërs 5:26 En ergens anders: wij zijn in overeenstemming met zijn barmhartigheid gered door het bad van de nieuwe geboorte en de vernieuwing door de Heilige Geest. Titus 3:5 En wat Petrus schrijft: de doop redt ons. 1 Petrus 3:21
Want Paulus wilde niet aangeven dat onze wassing en redding tot stand gebracht wordt door water of dat water de kracht in zich heeft om te reinigen, opnieuw geboren te laten worden en te vernieuwen. En Petrus wilde niet aangeven dat de oorzaak voor de redding in dit sacrament ligt. Nee, ze wilden alleen aangeven dat we door de doop weten en er zeker van zijn dat we die dingen krijgen.
Dat blijkt duidelijk genoeg uit hun woorden zelf. Want Paulus verbindt de doop met het Woord van het leven, alsof hij zei dat het evangelie ons de boodschap brengt dat we gewassen en geheiligd zijn en dat die boodschap door de doop bezegeld wordt. En Petrus voegt onmiddellijk toe dat die doop niet inhoudt dat je de smerigheden van het vlees uittrekt, maar dat je een goed geweten hebt voor God, wat voortkomt uit geloof.
De doop belooft ons dus geen andere reiniging dan door de besprenkeling met het bloed van Christus. Dat wordt door water uitgebeeld, omdat ook water in staat is om te reinigen en te wassen. Wie wil dan beweren dat we gereinigd worden door het water dat er juist van getuigt dat het bloed van Christus ons echte en enige bad is?
Dus wil je de dwaling weerleggen van degenen die alles toeschrijven aan de kracht van de doop, dan kun je nergens een overtuigender argument vinden dan in de betekenis van de doop zelf. Die trekt ons weg van de zichtbare materie die ons voor ogen gehouden wordt, net als van alle andere middelen, om ons hart alleen aan Christus te hechten.