‘Maar,’ zeggen mijn tegenstanders, ‘Filippus gaf de eunuch als antwoord dat hij gedoopt mocht worden, als hij maar met heel zijn hart geloofde. Handelingen 8:37 Wat voor ruimte is hier nog voor de de doop als bevestiging, als heel het hart al vol geloof is?’
Ik van mijn kant vraag hun: beseffen ze niet dat een groot deel van hun hart geen geloof heeft? Geven ze niet toe dat geloof elke dag groeit? De bekende Solon1 pochte dat hij al lerend oud werd.2 Dan zijn wij christenen wel driemaal ongelukkig als we oud worden zonder vooruit te komen. Ons geloof moet langs alle stadia van ons leven vooruitgaan, totdat het opgroeit tot volwassenheid. Efeziërs 4:13
Met geloven met heel je hart wordt in deze passage dus niet bedoeld dat je volmaakt in Christus gelooft. Nee, er wordt alleen mee bedoeld dat je Hem van harte en oprecht omhelst, dat je geen genoeg van Hem krijgt, dat je met een brandend verlangen honger en dorst naar Hem hebt en naar Hem smacht.
Dat is gebruikelijk in de Schrift: als iets oprecht en graag gebeurt, zegt de Schrift dat het met heel het hart gebeurt. Vandaar deze woorden: ‘Ik heb U met heel mijn hart gezocht.’ Psalm 119:10 ‘Ik zal U met heel mijn hart belijden.’ En meer van zulke worden. Psalm 111:1; 138:1 En aan de andere kant, als de Schrift bedriegers en leugenaars berispt, verwijt ze hun vaak dat ze dubbelhartig zijn. Psalm 12:3
Mijn tegenstanders zeggen verder: als geloof groeit door de sacramenten, is de Heilige Geest voor niets gegeven. Het is toch de kracht en het werk van de Heilige Geest geloof te beginnen, te beschermen en volmaakt te maken. Ik geef toe dat geloof eigenlijk alleen een krachtig werk is van de Heilige Geest. Hij verlicht ons, zodat we God en de schatten van zijn welwillendheid kunnen onderscheiden. Zonder zijn licht is ons verstand zo blind dat we er niets mee kunnen zien. Het is zo afgestompt dat we er niets mee kunnen opsnuiven van geestelijke dingen.
Maar mijn tegenstanders prediken slechts één geschenk van God. Ik echter zie er drie. Want in de eerste plaats onderwijst God ons door zijn Woord. In de tweede plaats versterkt Hij ons door de sacramenten. En in de derde plaats verlicht Hij ons hart door het licht van zijn Heilige Geest en opent Hij ons hart voor het Woord en de sacramenten. Want anders zouden die alleen onze oren raken en zich voor onze ogen laten zien, maar zouden ze ons van binnen niets doen.
1Solon (ca. 600 v. Chr.), Atheense politicus en dichter.
2Cicero, De senectute VIII, 26.