4.14.3 – Sacrament en belofte

0
320

Uit de definitie die ik gegeven heb, begrijpen we bovendien dat aan een sacrament altijd een belofte voorafgaat. Een sacrament wordt juist als een soort bijlage aan een belofte toegevoegd met de bedoeling dat het de belofte zelf bevestigt en bezegelt. Het sacrament onderstreept de belofte. Sterker nog, in zekere zin ratificeert het de belofte. God voorzag dat dat in de eerste plaats nodig is voor onze onwetendheid en traagheid van begrip en in de tweede plaats voor onze zwakheid.

Toch moeten we eigenlijk zeggen dat een sacrament niet bedoeld is om Gods heilig Woord te versterken. Nee, het is bedoeld om ons geloof in dat Woord te bevestigen. Gods waarheid is immers op zichzelf voldoende vast en zeker. Die kan door niets beter versterkt worden dan door zichzelf. Maar ons geloof is klein en zwak. Het wordt meteen geschokt, heen en weer geslingerd, aan het wankelen gebracht en zelfs omvergeworpen. Daarom past de barmhartige God zich in zijn onmetelijke welwillendheid aan aan ons begrip. Wij zijn aards. We kruipen altijd over de grond en klampen ons vast aan het vlees. Daarom kunnen we niets geestelijks bedenken. We kunnen zelfs niets geestelijks in ons opnemen. Daarom heeft God er geen bezwaar tegen ons ook door die aardse elementen naar Hem te leiden en in het vlees zelf een spiegel voor ogen te stellen van de geestelijke zegeningen.

Want zoals Chrysostomos zegt: als wij geen lichaam hadden, zou God ons deze dingen ook naakt en zonder lichaam geven. Maar onze ziel woont in een lichaam. Daarom geeft God ons de geestelijke dingen door middel van zichtbare dingen.1 Niet dat de geschenken die ons in de sacramenten worden aangeboden de natuur van die dingen krijgen. Maar ze zijn door God aangewezen om deze betekenis te hebben.

1Chrysostomos, Homiliae de statuis ad populum Antiochenum, 60.

Bestellen?

Reageren

Schrijf hier je reactie.
Vul hier alsjeblieft je naam in