Als dit nog een beetje onduidelijk is omdat het te kort is, zal ik het nog uitgebreider uitleggen. Volgens mij is Christus de materie – of als je dat liever hebt: de substantie – van alle sacramenten. Want hun zekerheid ligt volledig in Hem. Ze beloven niets zonder Hem.
Daarom is de dwaling van Petrus Lombardus absoluut onacceptabel. Hij maakt van de sacramenten expliciet de oorzaken van rechtvaardigheid en redding, terwijl het daar onderdelen van zijn.1 We moeten dus alle oorzaken die het menselijk verstand verzint, loslaten en ons houden aan de enige oorzaak.
De sacramenten hebben dus zoveel effect bij ons als wij erdoor geholpen worden om in ons de ware kennis van Christus te voeden, te versterken en te laten groeien en ook om Hem steeds vollediger te bezitten en om van zijn rijkdommen te genieten. En dit gebeurt als we met echt geloof aannemen wat in de sacramenten wordt aangeboden.
Nu zul je zeggen: ‘Zorgen de goddelozen er met hun ondankbaarheid dan voor dat wat God bepaald heeft, geen effect heeft en geen betekenis meer heeft?’ Mijn antwoord daarop is dat je wat ik gezegd heb niet moet opvatten alsof de kracht en de inhoud van een sacrament afhankelijk is van wat degene die het ontvangt, besluit. Want wat God bepaald heeft, blijft overeind en blijft wat het is, ook al veranderen mensen. Nee, aanbieden is iets anders dan aannemen. Daarom verhindert niets dat het symbool dat de Heer met zijn Woord geheiligd heeft, inderdaad is wat het genoemd wordt en zijn kracht houdt, maar het toch niets oplevert voor een slecht en goddeloos mens.
Maar Augustinus lost deze kwestie in enkele woorden mooi op. Hij zegt: ‘Als je het vleselijk aanneemt, is het nog steeds geestelijk. Maar niet voor jou.’2
En net zoals Augustinus in de hierboven geciteerde passages laat zien dat het sacrament geen waarde heeft als je het losmaakt van de inhoud, zo wijst hij er ergens anders op dat we ook onderscheid moeten maken als ze wel bij elkaar blijven. Want we moeten ons niet krampachtig vastklampen aan een uiterlijk teken. Hij zegt: ‘Het getuigt van slaafse zwakheid als je je houdt aan de letter en de tekenen belangrijker vindt dan de inhoud. En zo is het ook een grote dwaling als je de tekenen op een zinloze manier uitlegt.’3
Hij noemt hier twee fouten waar je voor moet oppassen. De eerste fout is dat we de tekenen opvatten alsof ze voor niets gegeven zijn en we hun verborgen betekenis uit kwade opzet afzwakken of minimaliseren en er zo voor zorgen dat ze ons niets opleveren. De tweede fout is dat we onze gedachten niet boven het zichtbare teken uittillen en dat we op het teken de lof overdragen voor de zegeningen die alleen Christus ons geeft. Hij doet dat door de Heilige Geest. Met behulp van de uiterlijke tekenen zorgt die ervoor dat we deel krijgen aan Christus. Die tekenen nodigen ons uit om naar Christus te gaan. Maar als we ze op iets anders richten, wordt heel hun nut op een onwaardige manier vernietigd.
1Petrus Lombardus, Sententiae IV, 1,5.
2Augustinus, In Ioannis euangelium tractatus, 27,6.
3Augustinus, De doctrina christiana III, 9,13.