Als de monniken dit ontkennen, dan zou ik van hen wel eens willen weten waarom zij vinden dat alleen hun stand de aanduiding ‘volmaakt’ verdient en waarom ze alle andere roepingen van God die aanduiding ontnemen. Het is mij niet onbekend wat hun spitsvondige antwoord is: ze noemen hun stand niet zo omdat die op zichzelf volmaakt is, maar omdat het de beste stand is om volmaaktheid te bereiken.

Als ze zich bij het volk willen aanprijzen, als ze ongeschoolde en onwetende jongens in hun strikken willen vangen, als ze hun privileges willen verdedigen, als ze hun eigen aanzien willen opkrikken door anderen te beledigen – dan pochen ze erop dat zij in de volmaakte toestand verkeren. Maar wanneer ze te veel in het nauw gebracht worden en deze loze aanmatiging niet langer overeind kunnen houden, dan wijken ze uit naar deze loopgraaf: ze hebben nog geen volmaaktheid bereikt, maar ze verkeren toch in een toestand waardoor ze er meer hun best voor doen dan anderen.
Ondertussen blijft het volk hen bewonderen, alsof alleen het kloosterleven een leven is zoals dat van de engelen, volmaakt en gezuiverd van alle gebreken. Onder dit voorwendsel drijven ze een heel winstgevende handel. En de genoemde beperking blijft in enkele boeken begraven liggen. Wie ziet niet dat dit een onacceptabel lachertje is?
Maar laten we hen behandelen alsof ze hun beroep niet meer waarde toekennen dan dat ze het een toestand noemen om volmaaktheid te bereiken. Door hun beroep zo aan te duiden, maken ze natuurlijk met een speciaal kenmerk onderscheid tussen hun beroep en andere manieren van leven. En wie kan dat accepteren, dat zo’n grote eer wordt toegekend aan een instelling die nergens ook maar met één woord wordt goedgekeurd? Dat alle roepingen van God, die Hij met zijn heilige mond niet alleen bevolen maar ook met geweldige woorden van lof versierd heeft, deze eer niet waard gekeurd worden? En wat voor groot onrecht wordt God gedaan, vraag ik je, als een of andere verzonnen manier van leven geplaatst wordt boven alle andere manieren van leven, die Hij bepaald en met zijn verklaring geprezen heeft?