4.12.7 – In de oude kerk waren zelfs vorsten onderworpen aan de tucht

0
295

Niemand was van deze tucht uitgezonderd. Zelfs vorsten onderwierpen zich eraan, samen met de mensen uit het volk. En terecht. Want het stond vast dat dit Christus’ tucht was. En alle scepters en kronen moeten aan Hem onderworpen zijn.

Ambrosius bijvoorbeeld ontnam keizer Theodosius het recht op deelname aan het avondmaal vanwege het bloedbad in Thessalonica. Theodosius legde toen alle versierselen van zijn keizerlijke waardigheid af. In het openbaar huilde hij over zijn zonde, die hem overvallen had door het bedrog van anderen, en vroeg hij met zuchten en tranen om vergeving.1 Machtige koningen moeten het immers geen schande voor zichzelf vinden als ze zich nederig ter aarde werpen voor Christus, de koning van de koningen. Ze moeten het niet erg vinden om door de kerk geoordeeld te worden. Want aan hun hof horen ze vrijwel niets anders dan pure vleierij. Daarom is het voor hen extra hard nodig om via de mond van de priesters door de Heer gecorrigeerd te worden. Sterker nog, ze moeten juist wensen dat de priesters hen niet sparen, want dan kan de Heer hen wel sparen.

Ik sla nu over wie deze rechtspraak moeten uitvoeren. Want dat heb ik ergens anders al gezegd. Ik voeg er nu alleen aan toe dat Paulus’ procedure de wettige procedure is om iemand af te snijden. Ouderlingen moeten het niet alleen, op eigen houtje doen, maar met medeweten en goedkeuring van de kerk. En dan zo dat de menigte van het volk niet de leiding heeft over wat er gedaan wordt, maar als getuige toekijkt, zodat enkelingen niets kunnen doen uit willekeur. En niet alleen moet daarbij Gods naam aangeroepen worden. Het moet volledig een ernstige procedure zijn, die wijst op Christus’ aanwezigheid. Dan is er geen twijfel aan dat Hij zelf met zijn oordeel de leiding heeft.

1Ambrosius van Milaan, Epistulae I, 3.

Bestellen?

Reageren

Schrijf hier je reactie.
Vul hier alsjeblieft je naam in