Maar Christus heeft het hier alleen over verborgen zonden. Daarom moeten we deze indeling maken: sommige zonden zijn verborgen en andere zijn openbaar of openlijk bekend.

Over de eerste categorie zegt Christus tegen iedereen persoonlijk: ‘Berisp hem in een persoonlijk gesprek tussen jou en hem.’ Mattheüs 18:15 Over openbare zonden zegt Paulus tegen Timotheüs: ‘Berisp hen in aanwezigheid van allen, zodat ook de anderen vrees zullen hebben.’ 1 Timotheüs 5:20 Want Christus had eerst gezegd: ‘Als je broeder tegen jou gezondigd heeft.’ Die woorden ‘tegen jou’ kun je – of je zou graag overal over in discussie willen gaan – niet anders opvatten dan: ‘Als alleen jij ervan afweet en verder niemand.’ En wat de apostel Paulus Timotheüs opdraagt wat betreft het openlijk berispen van degenen die openlijk zondigen, heeft hij zelf in praktijk gebracht tegenover Petrus. Want toen Petrus zondigde en daarmee openlijk aanstoot gaf, vermaande Paulus hem niet in een persoonlijk gesprek, maar bracht hij hem in de aanwezigheid van de kerk. Galaten 2:14
De juiste volgorde van handelen is dus dat we bij het corrigeren van verborgen zonden eerst de stappen volgen die Christus bepaald heeft. Maar dat we bij openbare zonden, als er openlijk aanstoot gegeven is, meteen overgaan tot een officiële berisping door de kerk.