Al is het verbod van de pausgezinden nog zo duidelijk in strijd met Gods Woord, toch vinden ze in de Schrift nog iets waarmee ze het willen verdedigen. Ze zeggen: ‘De priesters uit de stam Levi moesten zich onthouden van hun vrouwen, telkens als het hun beurt was om te bedienen. 1 Samuël 21:4-5 (2:5-6) Dan konden ze de heilige dienst schoon en onbesmet uitvoeren. Onze heilige bedieningen zijn veel edeler en die voeren we elke dag uit. Daarom zou het heel onfatsoenlijk zijn als die zouden worden uitgevoerd door mannen die getrouwd zijn.’

Alsof de bediening van het evangelie dezelfde rol heeft als het priesterschap van de stam Levi! De priesters uit de stam Levi vertegenwoordigden als voorbeelden Christus die als middelaar tussen God en mensen de Vader met ons zou verzoenen door zijn volmaakte reinheid. Maar omdat de priesters zondaren waren, konden zij niet in alle opzichten een beeld laten zien van Christus’ heiligheid. Om hen er toch een ruwe schets van te laten tonen, kregen zij het bevel zich meer te heiligen dan de mensen gewend waren als ze naar het heiligdom gingen. Want juist dan beeldden de priesters Christus af, omdat ze dan als vredestichters, om het volk met God te verzoenen, verschenen in de tabernakel, die een beeld vormde van de hemelse rechtbank.
Maar tegenwoordig vervullen de herders van de kerk deze rol niet. Daarom is het niet terecht om hen te vergelijken met de priesters. Daarom durft de apostel gerust te stellen dat het huwelijk fatsoenlijk is, zonder uitzondering. Maar als je ontucht of overspel pleegt, staat je Gods oordeel te wachten. Hebreeën 13:4 En de apostelen zelf hebben met hun voorbeeld laten zien dat er geen enkele taak, hoe hoog ook, zo heilig is dat het huwelijk die niet waard is. Want Paulus verklaart dat ze hun vrouw niet alleen hielden, maar zelfs meenamen op reis. 1 Korinthiërs 9:5