In één kwestie zijn de pausgezinden extreem star en onverbiddelijk: ze staan priesters niet toe om te trouwen. En ik hoef niet te zeggen hoeveel ontucht er onder hen heerst die niet bestraft wordt. Omdat ze vertrouwen op hun stinkende ongehuwde staat, plegen ze onaangedaan allerlei schanddaden.
Maar dit verbod laat duidelijk zien hoe gevaarlijk alle tradities zijn. Want het heeft de kerk niet alleen beroofd van goede en geschikte herders. Het heeft ook een afschuwelijke modderpoel van misdaden veroorzaakt en vele zielen in de afgrond van vertwijfeling gestort. Echt, dat het priesters verboden is om te trouwen, dat is het gevolg van een goddeloze tirannie die niet alleen in strijd is met Gods Woord, maar ook met elke redelijkheid. Om te beginnen mogen mensen op geen enkele manier de vrijheid nemen om te verbieden wat de Heer toestaat. Verder heeft God er door zijn Woord uitdrukkelijk voor gezorgd dat deze vrijheid niet ingeperkt zou worden. Dat is zo duidelijk dat het niet nodig is om daar een uitgebreid bewijs voor te geven.
Ik sla over dat Paulus in meer dan één passage wil dat een bisschop een man is met één vrouw. 1 Timotheüs 3:2; Titus 1:6 Maar wat kon er overtuigender gezegd worden dan dat hij geleid door de Heilige Geest verkondigt dat er in de laatste tijden mensen zullen zijn die het huwelijk verbieden en dat hij hen niet alleen bedriegers noemt, maar zelfs demonen? 1 Timotheüs 4:1-3 Dit is dus een voorzegging, een heilige goddelijke uitspraak van de Heilige Geest. Hiermee heeft Hij vanaf het begin zijn kerk willen versterken tegen gevaren: het verbod om te trouwen is een leer van demonen!
Maar de pausgezinden denken dat ze hier heel mooi aan kunnen ontsnappen als ze deze uitspraak verdraaien en toepassen op Montanus, de tatianen, de encratieten en andere oude ketters. ‘Dat zijn de enigen die het huwelijk veroordeeld hebben,’ zeggen zij. ‘Wij veroordelen het huwelijk helemaal niet. Wij houden alleen de stand van de geestelijken ervan af, omdat we vinden dat het niet goed bij hen past.’ Alsof deze voorzegging niet ook op hen slaat, ook al is ze eerst vervuld in de hierboven genoemde ketters! Of alsof dat kinderachtige scherpzinnigheidje het waard is om naar te luisteren, waarmee zij beweren dat ze het huwelijk niet verbieden omdat ze het niet aan iedereen verbieden! Dat is immers hetzelfde als wanneer een tiran zou beweren dat een wet niet onredelijk is omdat slechts een deel van de burgers er onder gebukt gaat.