4.12.20 – Vasten in de veertigdagentijd

0
317

Toen was het ook gewoonte geworden om je bijgelovig te houden aan het vasten in de veertigdagentijd. Want het gewone volk dacht dat het daarmee een geweldige gehoorzaamheid aan God liet zien en de herders prezen het aan als een heilig imiteren van Christus. Het is echter duidelijk dat Christus niet vastte om een voorbeeld te geven voor anderen. Nee, Hij vastte om bij het begin van zijn prediking van het evangelie daadwerkelijk te bewijzen dat het geen menselijke leer was, maar een die afkomstig was uit de hemel. En het is wonderlijk dat zo’n grove dwaling, die met zoveel duidelijke argumenten weerlegd kan worden, mensen met een scherp oordeel heeft kunnen besluipen.

Christus vast immers niet meerdere keren. Dat had Hij wel moeten doen als Hij een wet had willen geven dat we elk jaar moeten vasten. Nee, Hij vast slechts één keer, als Hij zich klaarmaakt om het evangelie te gaan verkondigen. Mattheüs 4:2 Hij vast niet zoals mensen dat doen. Dat had Hij wel moeten doen als Hij de mensen had willen aansporen om Hem te imiteren. Nee, het voorbeeld dat Hij laat zien is meer bedoeld om iedereen ertoe te brengen Hem te bewonderen, dan om hen aan te sporen Hem te imiteren.

Kortom, de manier waarop Hij vast is niet anders dan de manier waarop Mozes dat deed toen Hij de wet uit de hand van de Heer ontving. Exodus 24:18; 34:28 Dit wonder in Mozes werd gegeven om het gezag van de wet te bevestigen. Daarom mocht het niet weg blijven in Christus. Want dan zou het lijken alsof het evangelie lager stond dan de wet. Toch is er sinds die tijd nooit iemand op het idee gekomen een dergelijke vorm van vasten in te voeren in het volk Israël, onder het voorwendsel Mozes te imiteren. En niemand van de heilige profeten en voorvaders heeft het geïmiteerd, ook al hadden ze genoeg zin en ijver voor alle vrome trainingen. Van Elia wordt wel verteld dat hij veertig dagen leefde zonder eten en drinken. 1 Koningen 19:8 Maar dat was alleen bedoeld om het volk te laten inzien dat hij aangesteld was om de wet te beschermen, waar vrijwel heel Israël van afgeweken was. Dat men dit vasten tooide met de naam en de schijn van imitatie van Christus, was dus enkel uit een verkeerde ijver en vol bijgeloof.

Er was toen echter veel variatie in de manier van vasten. Cassiodorus1 vertelt dat in boek 9 van de Historia Tripartita op basis van Socrates Scholasticus. Hij zegt dat de Romeinen maar drie weken vastten. Maar dat deden ze dan wel continu, behalve op zondag en zaterdag. De Illyriërs en de Grieken vastten zes weken, anderen zeven weken. Maar dan met tussenpozen. Evenveel variatie was er in wat ze wel aten. Sommigen aten alleen brood met water, anderen aten er ook groente bij. Sommigen zagen niet af van vis en gevogelte, anderen maakten geen onderscheid in het voedsel.2 Ook Augustinus noemt deze variatie, in zijn tweede brief aan Januarius.3

1Flavius Magnus Aurelius Cassiodorus Senator (5e eeuw), Romeinse politicus en auteur.

2Historiae ecclesiasticae tripartitae epitome IX, 38.

3Augustinus, Epistulae, 54.

Bestellen?

Reageren

Schrijf hier je reactie.
Vul hier alsjeblieft je naam in