Maar nu dreigen hier twee gevaren. Aan de ene kant kunnen valse bisschoppen dit gebruiken als voorwendsel om hun goddeloze en tirannieke wetten te verontschuldigen. En aan de andere kant zijn sommige mensen zo bang dat ze, gewaarschuwd door de slechte dingen die ik genoemd heb, geen enkele wet meer durven goedkeuren, hoe heilig die ook is. Daarom moet ik nu verklaren dat ik menselijke bepalingen alleen goedkeur als ze gebaseerd zijn op Gods gezag, afgeleid zijn uit de Schrift en dus volledig goddelijk zijn.
Laat ik als voorbeeld het knielen nemen dat plaatsvindt als er in het openbaar gebeden wordt. De vraag is of dat een menselijke traditie is die iedereen mag afwijzen of negeren. Volgens mij is het een menselijke traditie, maar tegelijk ook een goddelijke. Het komt van God voor zover het onderdeel is van het fatsoen dat de apostel Paulus ons heeft aangeprezen om voor te zorgen en ons aan te houden. Maar het komt van mensen voor zover het specifiek vaststelt waar de apostel alleen algemene aanwijzingen voor heeft gegeven en geen expliciete regels.
Op basis van dit ene voorbeeld kun je beoordelen hoe je over elke categorie moet denken. De Heer heeft in zijn heilig Woord heel de kern opgenomen van de echte rechtvaardigheid en alle onderdelen van hoe Hij gediend moet worden en alles wat nodig is voor ons behoud. Hij heeft dat allemaal betrouwbaar en duidelijk geopenbaard. Daarom moeten we bij die dingen naar Hem luisteren als de enige leermeester. Maar Hij heeft wat betreft de zichtbare discipline en rituelen niet alles punt voor punt willen voorschrijven waar we ons aan moeten houden. Want Hij voorzag dat die dingen afhankelijk zijn van de tijd en de omstandigheden. Hij vond dat niet voor alle eeuwen dezelfde vorm van toepassing kon zijn. Daarom moeten we hierbij onze toevlucht nemen tot de algemene regels die Hij gegeven heeft. Daar moeten we alle geboden aan toetsen waarvan het nodig is dat de kerk zich eraan houdt om de orde en het fatsoen te bewaren.
Ten slotte, de Heer heeft hierover niets uitdrukkelijk geleerd omdat die dingen ook niet onmisbaar zijn om gered te worden. Ze moeten worden toegepast in overeenstemming met de gewoonten van elk volk en elke tijd, om de kerk op te bouwen. Daarom is het gepast om, als dat voor de kerk het beste is, niet alleen gebruikelijke bepalingen te veranderen en af te schaffen, maar ook nieuwe in te stellen.
Wel geef ik toe dat we niet zomaar, plotseling of zonder belangrijke reden vernieuwingen moeten invoeren. Maar wat schaadt of opbouwt, kunnen we het best beoordelen op basis van liefde. En als we ons door liefde laten leiden, komt alles goed.