Nu voeren de verdedigers van dit bijgeloof aan dat Samuël in Rama offerde en dat God daar toch blij mee was, ook al gebeurde het buiten de wet om. 1 Samuël 7:17 Maar daarop kan ik gemakkelijk antwoord geven. Samuël zette geen tweede altaar tegenover het enige altaar. Nee, er was nog geen plaats bestemd voor de ark van het verbond. Daarom bestemde hij de stad waar hij woonde voor de offers, omdat die het meest geschikt was. Natuurlijk was het niet de bedoeling van de heilige profeet om iets nieuws in te voeren in de heilige dingen. Want God had strikt verboden om er iets aan toe of af te doen.
Wat betreft het voorbeeld van Manoach: volgens mij was dat een uitzonderlijk en speciaal geval. Richteren 13:19 Hij bracht een offer aan God als privé-persoon. En God keurde dat goed omdat het geen eigen impulsieve daad van hem was, maar het gevolg van een hemelse inspiratie.
Er is echter nog iemand anders, niet minder dan Manoach, die een overtuigend bewijs vormt van hoe erg God het vindt als mensen zelf iets bedenken om Hem mee te dienen: Gideon. Zijn efod leidde niet alleen tot de ondergang van hemzelf en heel zijn huis, maar zelfs van heel het volk. Richteren 8:27 Kortom, elke menselijke uitvinding waarmee mensen God zo graag willen dienen, doet niets anders dan de echte heiligheid besmeuren.