Nu lijkt het misschien dat ik over menselijke bepalingen iets leer dat niet altijd geldig is. Want wat ik hier zeg, is volledig toegespitst op onze tijd. Toch heb ik niets gezegd dat niet nuttig is voor alle tijden. Want telkens als het bijgeloof binnensluipt dat mensen God willen dienen met hun eigen verzinsels, ontaarden alle wetten die met dat doel gegeven worden meteen in grove misbruiken. God dreigt immers niet één of twee generaties maar alle eeuwen met deze vloek: wie Hem dienen met wat mensen leren, zal Hij treffen met blindheid en afstomping. Jesaja 29:13-14 Deze verblinding zorgt er altijd voor dat degenen die al die waarschuwingen van God negeren en zich uit eigen beweging in die dodelijke strikken verwarren, niets absurds meer vermijden.
Maar stel dat we, zonder op specifieke omstandigheden te letten, simpelweg willen weten welke menselijke bepalingen in alle eeuwen door de kerk afgewezen en door de vromen afgekeurd moeten worden. Ik heb hierboven een betrouwbare en duidelijke definitie gegeven: dat zijn alle bepalingen die mensen buiten Gods Woord om gemaakt hebben met dit doel: ze schrijven voor hoe je God moet dienen of ze binden het geweten met een bijgelovige ijver, alsof het geboden zijn over dingen die onmisbaar zijn om gered te worden.
Bij een van deze twee of bij beide gebreken komen vaak nog andere fouten. Het zijn er zoveel dat ze de helderheid van het evangelie verduisteren. Ze bouwen niet op maar vormen een nutteloos tijdverdrijf waarmee men een spelletje speelt met God, geen echte training in vroomheid. Ze worden gebruikt voor smerigheid en schandelijk winstbejag. Ze zijn bezoedeld met slecht bijgeloof. Al die dingen helpen ons dan om nog gemakkelijker te zien hoeveel kwaad er in die menselijke bepalingen ligt.