4.1.7 – De zichtbare en de onzichtbare kerk

0
1011

Uit het voorgaande is volgens mij al duidelijk hoe we horen te denken over de zichtbare kerk die we kunnen kennen. Ik heb immers gezegd dat de Heilige Schrift op twee manieren over de kerk spreekt.

Soms als de Schrift de kerk noemt, bedoelt ze de kerk die inderdaad in Gods ogen kerk is. Daarin wordt niemand anders opgenomen dan degenen die uit genade als Gods kinderen geadopteerd zijn en door de Geest geheiligd zijn als echte ledematen van Christus. En dan bevat de kerk niet alleen de heiligen die op aarde wonen, maar alle uitverkorenen die er sinds het begin van de wereld geweest zijn.

Maar soms bedoelt de Schrift met de benaming ‘kerk’ heel de menigte van mensen, verspreid over de hele wereld, die belijden dat ze één God en één Christus dienen, die door de doop in zijn verbond zijn ingelijfd, die door deel te nemen aan het avondmaal verklaren dat ze één zijn in de ware leer en in liefde, die eensgezind zijn in het Woord van de Heer en die de bediening in stand houden die Christus heeft ingesteld voor de prediking van dat Woord. In deze kerk zitten er echter ook veel huichelaars tussen, die niets van Christus hebben behalve de naam en de uiterlijke schijn: heel veel eerzuchtigen, hebzuchtigen, jaloersen, kwaadsprekers en sommigen die onrein leven. Ze worden een tijdlang getolereerd, óf omdat ze niet wettig veroordeeld kunnen worden, óf omdat de tucht niet altijd zo streng wordt toegepast als wel zou moeten.

Dus net zoals we een onzichtbare kerk moeten geloven die alleen zichtbaar is voor Gods ogen, zo wordt ons ook geboden deze kerk, die wat betreft de mensen ‘kerk’ genoemd wordt, te respecteren en de eenheid daarmee te bewaren.

Bestellen?

Reageren

Schrijf hier je reactie.
Vul hier alsjeblieft je naam in