3.8.9 – Pijn en verdriet voelen is geen zonde

0
599

Als gelovigen proberen geduldig te blijven en zich te beheersen, gaan ze dus de strijd aan met hun natuurlijke gevoel van verdriet. Deze strijd heeft Paulus passend beschreven met deze woorden: ‘We worden in alles verdrukt, maar zitten niet in het nauw. We zitten in nood, maar niet zonder hulp. We worden vervolgd, maar worden daarin niet alleen gelaten. We worden omvergegooid, maar gaan niet verloren.’ 2 Korinthiërs 4:8-9

Je ziet dus dat het geduldig dragen van je kruis niet betekent dat je totaal ongevoelig wordt en elk gevoel van verdriet kwijtraakt. Zo waren in het verleden de stoïcijnen zo dwaas om een moedig man te beschrijven als iemand die zijn menselijkheid afgelegd heeft. In tegenspoed zou zo iemand dezelfde stemming hebben als in voorspoed, in verdrietige omstandigheden dezelfde stemming als in blijde omstandigheden. Net als een steen zou hij onder alles onbewogen blijven. Maar wat hebben die stoïcijnen met hun verheven wijsheid bereikt? Nou, ze hebben een beeld van geduld getekend dat onder mensen nooit gevonden is en ook nooit kan bestaan. Sterker nog, omdat ze geduld veel te nauwkeurig en te krap willen afbakenen, hebben ze de waarde van geduld uit het menselijk leven weggehaald.

En nu zijn er onder de christenen nieuwe stoïcijnen die niet alleen zuchten en huilen als zonde beschouwen, maar zelfs verdrietig en ongerust zijn. En deze vreemde opvattingen komen vooral vandaan bij mensen die een passief leven leiden. Ze trainen zich meer in denken dan in werken. En daardoor kunnen ze niets anders dan zulke rare ideeën verzinnen.

Maar wij hebben niets te maken met die ijzeren filosofie. Onze meester en Heer heeft die filosofie niet alleen met zijn woord, maar ook met zijn voorbeeld veroordeeld. Want Hij zuchtte en huilde om zijn eigen en andere rampen. En zijn leerlingen leerden niet anders. Onze Heer zegt: ‘De wereld zal blij zijn, maar jullie zullen bedroefd zijn en huilen.’ Johannes 16:20 En om te voorkomen dat iemand dat als zonde zou beschouwen, heeft Hij de mensen die treuren openlijk gelukkig genoemd. Mattheüs 5:4 Geen wonder! Want als we alle tranen afkeuren, hoe moeten we de Heer zelf dan beoordelen? Uit zijn lichaam druppelden tranen van bloed! Lucas 22:4 Als we elke angst brandmerken als teken van ongeloof, hoe moeten we dan zijn sidderen beschouwen? We lezen dat Hij daardoor diep verslagen was! Als elk verdriet ons tegenstaat, hoe kunnen we dan accepteren dat Hij bekent dat Hij bedroefd is, tot de dood toe? Mattheüs 26:37-38

Bestellen?

Reageren

Schrijf hier je reactie.
Vul hier alsjeblieft je naam in