Maar iemand met een vroom hart moet zelfs nog hoger reiken, naar de hoogte waar Christus zijn leerlingen heen roept: ieder moet zijn kruis oppakken. Mattheüs 16:24 Want ieder die door de Heer geadopteerd is en die Hij het waard gekeurd heeft om tot de zijnen te behoren, moet zich voorbereiden op een zwaar, moeilijk en onrustig leven, vol van allerlei soorten rampen. Zo wil de hemelse Vader de zijnen trainen om hen op een betrouwbare manier te testen. Hij is daarmee begonnen bij Christus, zijn eniggeboren Zoon en Hij gaat daar bij al zijn kinderen mee door. Want Christus was weliswaar een Zoon die meer geliefd was dan anderen. Over Hem was de Vader tevreden. Mattheüs 3:17; 17:5 Toch zien we dat Hij Christus niet toegeeflijk en zacht behandelt. Je kunt zelfs zeggen dat Christus niet slechts continu door een kruis getraind werd zolang Hij op aarde woonde. Nee, heel zijn leven was eigenlijk niets anders dan een continu kruis.
De apostel noemt de reden daarvoor: Hij moest gehoorzaamheid leren door wat Hij geleden heeft. Hebreeën 5:8 Waarom zouden wij onszelf dan beschouwen als een uitzondering op de voorwaarde waar Christus, ons hoofd, zich aan moest onderwerpen? Vooral omdat Hij zich aan die voorwaarde onderworpen heeft omwille van ons, om in zichzelf ons een voorbeeld te geven van geduld. Daarom leert de apostel Paulus dat voor al Gods kinderen dit het vastgestelde doel is: ze moeten op Christus gaan lijken. Romeinen 8:29
En dat levert ons ook deze geweldige troost op: in zware en moeilijke omstandigheden die we beschouwen als tegenslagen en rampen, delen we in Christus’ lijden. En zoals Hij uit het doolhof van rampen de hemelse glorie binnengegaan is, zo brengen al die verdrukkingen ons naar diezelfde glorie. Handelingen 14:22 Want dat zegt Paulus zelf ergens anders: als wij leren dat we delen in Christus’ lijden, leren we tegelijk ook de kracht van zijn opstanding kennen. En als we gaan lijken op zijn dood, worden we daardoor voorbereid op het delen in de glorieuze opstanding. Filippenzen 3:10-11 Hoe sterk kan dit alle pijn van het kruis verzachten: hoe meer tegenspoed ons in het nauw brengt, hoe zekerder en steviger onze gemeenschap met Christus wordt. En door die gemeenschap is het lijden niet alleen een zegen voor ons, maar helpt het ons ook veel voor ons behoud.