De wet van de Heer geeft een heel goede en heel bruikbare indeling om het leven naar te richten. Toch vond de hemelse leermeester het een goed idee om de zijnen nog nauwkeuriger te vormen volgens de norm die Hij in de wet had voorgeschreven. En daarbij is dit het uitgangspunt: gelovigen zijn verplicht hun lichaam te geven als een levend en heilig offer dat God plezier doet. Daarin ligt het juist dienen van Hem. Dat vormt de basis om hen te waarschuwen dat ze zich niet moeten aanpassen aan deze wereld, maar dat ze veranderd moeten worden. Hun denken moet vernieuwd worden, zodat ze gaan erkennen wat God wil. Romeinen 12:1-2
Dat is iets geweldigs, dat we voor God geheiligd en Hem toegewijd zijn! Dan denken, spreken, overwegen en doen we niets anders meer dan wat tot zijn eer is. Want wat geheiligd is, kunnen we niet meer onheilig gebruiken zonder dat we Hem groot onrecht doen.
Als we niet van onszelf zijn, maar van de Heer, dan is het duidelijk welke dwaling we moeten ontvluchten en waarop al ons doen en laten in ons leven gericht moet zijn. We zijn niet van onszelf, dus mogen ons verstand en onze wil niet regeren over onze plannen en daden. We zijn niet van onszelf, dus mag ons doel niet zijn dat we zoeken waar ons vlees behoefte aan heeft. We zijn niet van onszelf, dus moeten we zoveel mogelijk onszelf en alles wat van ons is vergeten.
Aan de andere kant: we zijn van God, dus moeten we voor Hem leven en sterven. We zijn van God, dus moeten zijn wijsheid en wil al ons doen en laten leiden. We zijn van God, dus moeten we ons in heel ons leven richten op Hem, als het enig juiste doel.
Je bent enorm opgeschoten als je geleerd hebt dat je niet van jezelf bent en als je je eigen verstand het bestuur over jezelf hebt ontnomen en dat aan God hebt toegekend. Want om mensen verloren te laten gaan, is de meest effectieve pestziekte dat ze zichzelf gehoorzamen. En zo is om de mensen te redden de enige veilige haven dat je niets weet en niets wilt van jezelf, maar alleen de Heer volgt waar Hij voorgaat.
De eerste stap moet dus zijn dat de mens zichzelf loslaat en zijn verstand volledig richt op het gehoorzamen van de Heer. Met gehoorzamen bedoel ik niet alleen het gehoorzamen van het Woord, maar ook een gehoorzaamheid waardoor het hart van de mens zich volledig bekeert tot wat Gods Geest wil en zijn eigen vleselijke zinnen kwijtraakt.
Deze verandering noemt Paulus de vernieuwing van ons denken. Efeziërs 4:23 Geen enkele filosoof heeft die gekend. Toch is het de eerste toegang tot het leven. De filosofen stellen alleen het verstand aan om de mens te besturen. Ze denken dat we alleen naar het verstand moeten luisteren. Kortom, alleen aan het verstand dragen ze het bevel op over onze moraal. Maar de christelijke levensbeschouwing geeft het verstand opdracht om haar positie op te geven en zich te onderwerpen aan de Heilige Geest. Dan leeft de mens niet meer zelf, maar leeft en regeert Christus in hem. Galaten 2:20