Wat betreft de passage uit Lucas: niemand die de gelijkenis die de Heer daar presenteert gelezen heeft met een gezond oordeel, kan daar argumenten uit halen om mij te bestrijden. Lucas 7:36-50
De farizeeër dacht bij zichzelf dat de Heer de vrouw niet kende die Hij zo gemakkelijk toegang tot Hem gaf. Want de farizeeër dacht dat de Heer haar niet bij zich zou hebben toegelaten als Hij had geweten dat ze een zondares was. Dus concludeerde hij dat de Heer geen profeet was, omdat Hij zo gemakkelijk bedrogen kon worden.
De Heer wil laten zien dat zij geen zondares was. Want haar zonden waren al vergeven. Daarom presenteert de Heer een gelijkenis. Een schuldeiser had twee schuldenaars. De een had een schuld van vijftig en de ander van vijfhonderd. Van beiden werd de schuld kwijtgescholden. Wie van hen beiden was het meest dankbaar? De farizeeër antwoordt: natuurlijk degene die het meest gekregen heeft. De Heer zegt dan: dan weet je dus dat de zonden van deze vrouw vergeven zijn. Want zij heeft veel liefgehad.
Je ziet dat de Heer met deze woorden van haar liefde niet de reden maakt waarom haar zonden vergeven zijn. Hij maakt van haar liefde het bewijs dat haar zonden vergeven zijn. Want deze woorden zijn gebaseerd op de overeenkomst tussen haar en de schuldenaar aan wie de schuld van vijfhonderd was kwijtgescholden. Over hem zei de Heer niet dat die schuld hem was kwijtgescholden omdat hij veel liefgehad had, maar dat hij veel liefhad omdat die schuld hem was kwijtgescholden.
Deze overeenkomst moeten we zo toepassen: ‘Jij denkt dat deze vrouw een zondares is. Maar dat is ze niet en dat had je moeten weten. Want haar zonden zijn haar vergeven. Je had ervan overtuigd moeten zijn dat haar zonden vergeven zijn op basis van haar liefde, waarmee ze haar dank laat blijken voor die zegen.’ Het is een bewijs achteraf, op basis van de kernmerken die het gevolg zijn van de oorzaak.
En de Heer verklaart duidelijk op welke manier deze vrouw vergeving gekregen heeft voor haar zonden. Hij zegt: ‘Je geloof heeft je gered!’ We krijgen dus vergeving door geloof. Door liefde zeggen we daar dank voor en getuigen we van de goedheid van de Heer.