3.4.25 – Vergeving is gratis

0
510

Als derde onderdeel van berouw noemen de sofisten genoegdoening.1 Wat ze daarover leuteren kan ik met één woord weerleggen. Ze zeggen dat het als je berouw hebt niet voldoende is om je eerdere zonden niet meer te doen en je leven te beteren. Je moet God ook genoegdoening geven voor de zonden die je gedaan hebt. Ook zeggen ze dat er veel hulpmiddelen zijn waarmee we onze zonden kunnen afkopen: tranen, vasten, offers, gaven voor de armen en daden van liefde. Daarmee moet je de Heer gunstig stemmen, betalen wat je Gods rechtvaardigheid schuldig bent, je zonden goedmaken en vergeving verdienen. Want, zeggen ze, God heeft in zijn barmhartigheid de schuld wel royaal vergeven. Maar toch blijft Hij straffen om ons een rechtvaardige discipline bij te brengen. En deze straf moeten we afkopen door genoegdoening te geven.

Toch komt dit in de kern allemaal hierop neer: we krijgen wel vergeving voor onze zonden omdat God welwillend is, maar door middel van wat wij zelf met onze goede daden verdienen. Zo wordt de schuld van onze zonden voldaan en wordt de genoegdoening betaald die wij aan Gods rechtvaardigheid verschuldigd zijn. Tegenover zulke leugens plaats ik gratis vergeving van zonden. De Schrift leert dat zo duidelijk als wat. Jesaja 52:3; Romeinen 3:24-25; 5:8; Kolossenzen 2:13-14; Titus 3:5

In de eerste plaats, wat is vergeving anders dan een geschenk enkel uit vrijgevigheid? We zeggen immers niet dat een schuldeiser een schuld kwijtscheldt als hij met een bewijs van betaling verklaart dat het geld aan hem is uitgekeerd? We zeggen dat als hij zonder betaling, uit eigen beweging, uit vrijgevigheid de schuld doorstreept.

In de tweede plaats, waarom staat er ‘gratis’ bij? Waarom anders dan om elk idee van genoegdoening weg te nemen? Wat brutaal is het dus dat de sofisten nog steeds hun genoegdoeningen overeind zetten, als die door zo’n sterke bliksemstraal omvergegooid worden! Wat dan? De Heer roept via Jesaja uit: ‘Ik, Ik ben het die jullie overtredingen wegdoet omwille van Mijzelf en Ik zal niet meer aan jullie zonden denken.’ Jesaja 43:25 Verkondigt Hij daarmee niet duidelijk dat alleen zijn goedheid de oorsprong en de basis vormt voor vergeving?

In de derde plaats, heel de Schrift getuigt van Christus, dat we alleen vergeving krijgen door zijn naam. Handelingen 10:43 Sluit dat niet alle andere namen uit? Hoe kunnen zij dan leren dat we vergeving krijgen op basis van genoegdoening? En ze moeten maar niet ontkennen dat ze zoveel waarde hechten aan genoegdoeningen, ook al zouden het maar hulpmiddelen zijn. Want als de Schrift zegt: ‘Door de naam van Christus,’ dan bedoelt de Schrift daarmee dat wij niets bijdragen. Wij hebben zelf niets dat we daarvoor kunnen gebruiken. We zijn volledig afhankelijk van wat Christus verdiend heeft. Paulus zegt dat God de wereld met zichzelf verzoend heeft in Christus en omwille van zichzelf hun de zonden niet aangerekend heeft. En daar voegt hij meteen aan toe op welke manier en waarom: ‘Hij die geen zonde kende, is voor ons tot zonde gemaakt.’ 2 Korinthiërs 5:19-21

1Petrus Lombardus, Sententiae IV, 16,4.

Bestellen?

Reageren

Schrijf hier je reactie.
Vul hier alsjeblieft je naam in