Sommigen vinden het veel te hard dat mensen naar God vluchten en zijn barmhartigheid te hulp roepen en dan afgestoten worden. Ze denken dat dat niet klopt met Gods goedheid. Maar dat kan ik gemakkelijk weerleggen. Want de schrijver van de brief aan de Hebreeën zegt niet dat zulke mensen vergeving geweigerd wordt als ze zich tot God bekeren. Hij ontkent wel pertinent dat ze tot berouw kunnen komen. Want omdat ze zo ondankbaar geweest zijn, zijn ze op grond van Gods rechtvaardig oordeel voor eeuwig geslagen met blindheid.
Het maakt daarvoor niets uit dat dezelfde apostel later het voorbeeld van Ezau gebruikt die tevergeefs geprobeerd heeft om met huilen en jammeren zijn verloren eerstgeboorterecht terug te krijgen. Hebreeën 12:16-17 Het maakt ook niets uit dat de profeet Zacharia dreigt: ‘Ook al zullen ze roepen, Ik zal niet luisteren.’ Zacharia 7:13 Met zulke uitspraken wordt immers niet de echte bekering bedoeld en evenmin het aanroepen van God. Het gaat hier over de angst van de goddelozen. In hun diepe nood dwingt hun angst hen om te letten op wat ze eerst zorgeloos negeerden: het gaat helemaal niet goed met hen als de Heer hen niet helpt. En ze roepen die hulp niet werkelijk in. Ze klagen alleen maar dat die hulp hun ontnomen is. De profeet heeft het over roepen en de apostel over huilen. Maar daarmee bedoelen ze dus niets anders dan die vreselijke pijn die goddelozen kwelt en martelt in hun wanhoop.
Het is belangrijk om hier goed op te letten. Anders zou God zichzelf tegenspreken. Want via de profeet Ezechiël roept Hij uit dat Hij genadig zal zijn zodra een zondaar zich bekeert. Ezechiël 18:21-22 En zoals ik al gezegd heb: het staat vast dat het hart van een mens alleen in de goede richting verandert als er genade aan voorafgaat. Ook kan de belofte aan wie God aanroept nooit vals zijn. Maar het is eigenlijk onjuist om de blinde kwelling die verworpenen verscheurt bekering en het aanroepen van God te noemen. Ze zien wel dat ze God moeten zoeken om een remedie te vinden tegen hun rampen. Maar in plaats van naar Hem toe te gaan, vluchten ze van Hem weg.