3.3.16 – De vruchten van berouw

0
392

Nu kunnen we ook begrijpen wat de vruchten van berouw zijn: de plichten van vroomheid tegenover God, liefde voor de mensen en bovendien heiligheid en zuiverheid in heel je leven. Kort gezegd, hoe ijveriger je je leven onderzoekt volgens de norm van Gods wet, hoe duidelijker je tekenen laat zien van je berouw.

Als de Geest ons oproept tot berouw, roept Hij ons daarom vaak de ene keer naar de geboden van de wet, ieder afzonderlijk, en een andere keer naar de plichten van de tweede tafel. Maar in andere passages veroordeelt Hij eerst de onreinheid van de bron zelf, het hart, om pas daarna over te gaan op de uiterlijke bewijzen die van een oprechte bekering getuigen. Straks zal ik de lezers daar een overzicht van geven als ik het leven als christen ga beschrijven.

Ik ga geen bewijzen verzamelen uit de profeten. Voor een deel drijven ze daarin de spot met de onzinnigheden van hen die God proberen te verzoenen via rituelen. Ze laten zien dat dat enkel dwaasheid is. Voor een ander deel leren ze dat een voor het oog zuiver leven niet de kern van berouw is. Want God kijkt naar het hart. Ieder die ook maar een beetje thuis is in de Schrift begrijpt zelf wel, zonder dat een ander hem erop wijst, dat je bij God niets bereikt als je niet begint met de innerlijke stemming van het hart. En om andere passages te begrijpen, kan deze passage van Joël je flink helpen: ‘Scheur je hart en niet je kleren!’ Joël 2:13 Die beide elementen worden ook kort uitgedrukt in deze woorden van Jacobus: ‘Reinig je handen, zondaren, en zuiver je hart, dubbelhartigen!’ Jacobus 4:8 Weliswaar wordt daar in het eerste deel van de zin de vrucht genoemd, maar daarna wordt gewezen op de bron en de oorsprong: het verborgen vuil moet worden afgewassen en er moet een altaar voor God worden opgericht in het hart zelf.

Bovendien zijn er ook enkele uiterlijke trainingen die we elk privé gebruiken als hulpmiddelen om ons te vernederen of om ons vlees te onderwerpen. En in het openbaar gebruiken we zulke trainingen om te getuigen van onze bekering. Deze trainingen komen voort uit de bestraffing waar Paulus het over heeft. 2 Korinthiërs 7:11 Want dit zijn de kenmerken van een verslagen hart: dat je rouwt, zucht en huilt, dat je pracht en praal vermijdt en afziet van elk genot. Daar komt bij: als je voelt hoe verkeerd het verzet van het vlees is, dan probeer je dat verzet met alle middelen te bedwingen. Als je bovendien bedenkt hoe erg het is als je Gods rechtvaardigheid geschonden hebt, dan kun je niet rusten voordat je je vernederd hebt en God de eer hebt gegeven.

Zulke trainingen noemen de oude schrijvers vaak als ze het over de vruchten van berouw hebben. Het is zeker niet zo dat ze die het gewicht van het berouw laten dragen. Toch moeten de lezers het mij vergeven als ik hierover mijn mening geef. Ik vind namelijk dat de oude schrijvers die trainingen meer aandacht geven dan ze zouden moeten doen. En als je verstandig nadenkt, zul je mij, hoop ik, gelijk geven dat ze op twee punten te ver gegaan zijn. In de eerste plaats drongen ze sterk aan op lichamelijke discipline. Daarover staken ze de loftrompet, ze gaven er hoog van op. Zo bereikten ze wel dat het gewone volk die enthousiast omarmde. Maar wat veel belangrijker moest zijn, verduisterden ze enigszins. In de tweede plaatst straften ze heel wat strenger dan waar kerkelijke zachtmoedigheid om vraagt. Maar dat zal ik ergens anders moeten behandelen.

Bestellen?

Reageren

Schrijf hier je reactie.
Vul hier alsjeblieft je naam in