Vervolgens brengen mijn tegenstanders hier dit tegen in: zijn ze niet van tevoren door een besluit van God bestemd voor het bederf dat nu als reden voor hun veroordeling wordt aangevoerd? Als ze in hun bederf omkomen, dragen ze dus alleen maar de straf voor de ellende waar Adam door Gods voorbestemming in gevallen is en waar hij zijn nakomelingen in meegesleurd heeft. Is God dan niet onrechtvaardig, dat Hij zo’n wreed spelletje speelt met zijn schepselen?
Ik erken natuurlijk dat alle kinderen van Adam door Gods wil gevallen zijn in deze toestand van ellende waarin ze nu gevangen zitten. Dat is wat ik in het begin gezegd heb: je moet altijd weer terugkomen op alleen het goeddunken van Gods wil, waarvoor de reden in Hem verborgen ligt. Maar dat betekent nog niet meteen dat God vatbaar is voor deze laster. Want we kunnen daar direct met Paulus op deze manier op antwoorden: ‘Mens, wie ben jij dat je met God in discussie gaat? Kan het maaksel soms tegen zijn maker zeggen: “Waarom heb je mij zo gemaakt?” Of heeft de pottenbakker niet het recht om uit dezelfde klomp zowel een vat voor eervol gebruik en een vat voor niet eervol gebruik te maken?’ Romeinen 9:20-21
Zij zullen zeggen dat Gods rechtvaardigheid zo niet echt verdedigd wordt, maar dat er een uitvlucht gezocht wordt, zoals altijd gebeurt door mensen die geen geldig excuus hebben. Want hier lijkt toch alleen maar gezegd te worden dat God zoveel macht heeft dat je niet kunt voorkomen dat Hij doet wat Hij maar wil.
Maar het ligt heel anders. Want welk argument kun je aanvoeren dat sterker is dan dit: we moeten bedenken wie God is? Want hoe zou Hij, de rechter van de aarde, iets onrechtvaardigs kunnen doen? Genesis 18:25 Recht doen is eigen aan Gods aard. Hij heeft dus van nature rechtvaardigheid lief en een afkeer van onrechtvaardigheid. De apostel heeft dus niet gezocht naar een geheime uitweg, alsof hij in de val zat. Nee, hij heeft erop gewezen dat de manier van handelen van Gods rechtvaardigheid ons te boven gaat. Die kan niet naar menselijke maatstaven afgemeten of door ons kleine mensenverstand begrepen worden. De apostel geeft zelfs toe dat Gods oordelen zo diep zijn dat elk mensenverstand erdoor verzwolgen wordt als het daarin probeert door te dringen. Romeinen 11:33 Maar hij leert hoe ongepast het is Gods daden te onderwerpen aan deze norm dat we ze durven afkeuren zodra de reden ervoor ons niet duidelijk is.
Er is een uitspraak van Salomo die wel bekend is, maar slechts door weinigen goed begrepen wordt: ‘De grote schepper van alle dingen geeft loon aan de dwaas en loon aan de overtreders.’ Spreuken 26:10 Want Salomo juicht over Gods grootheid. Hij heeft het recht dwazen en overtreders naar eigen goeddunken te straffen, ook al keurt Hij hen zijn Geest niet waard.
En het is wonderlijk hoe waanzinnig mensen zijn, dat ze aan de maat van hun verstand willen afmeten wat onmetelijk is. De engelen die in hun ongeschonden toestand overeind zijn gebleven, noemt Paulus uitverkoren. 1 Timotheüs 5:21 Als hun standvastigheid gefundeerd was op Gods welbehagen, bewijst de afval van de andere engelen dat zij niet in bedwang gehouden werden, maar juist verlaten waren. En daar kan geen andere reden voor aangevoerd worden dan de verwerping die in Gods geheime plan verborgen is.