3.23.12 – Vierde bezwaar: maakt het nog wel uit hoe je leeft?

0
344

Mijn tegenstanders gaan ook nog op een andere manier tekeer om de voorbestemming onderuit te halen. Ze zeggen dat als de voorbestemming overeind blijft, elke zorg en ijver om goed te doen ineenstort. Want, zeggen ze, als je hoort dat voor jou het leven of de dood is vastgesteld door een eeuwig en onveranderlijk besluit van God, wie zou dan niet meteen beseffen dat het er niet toe doet hoe je je gedraagt? Wat jij doet kan Gods voorbestemming immers in geen enkel opzicht verhinderen of bevorderen? Dus zal ieder zich vergooien en zich vertwijfeld halsoverkop storten in waar zijn wellust hem maar heenleidt.

Inderdaad is dit niet volledig gelogen. Want er zijn allerlei varkens die de leer van de voorbestemming besmeuren met deze smerige laster en ook met alle vermaningen en berispingen de spot drijven met dit excuus: God weet wat Hij voor eens en voor altijd heeft vastgesteld om met ons te doen. Als Hij besloten heeft om ons te redden, zal Hij ons op zijn tijd redden. Als Hij voor ons de dood bepaald heeft, is het tevergeefs als we ons daartegen verzetten.

Maar de Schrift leert dat je met veel meer eerbied en vroomheid over zo’n groot mysterie moet nadenken. De Schrift onderwijst de vromen in een heel andere overtuiging. En daarmee weerlegt de Schrift uitstekend de brutale overmoed van mijn tegenstanders. Want de Schrift spreekt niet over de voorbestemming met de bedoeling ons overmoedig te maken, zodat we met een goddeloze lichtzinnigheid zouden proberen Gods ontoegankelijke geheimen te onderzoeken. Nee, het is juist de bedoeling dat we nederig en verslagen leren te beven voor zijn oordeel en ontzag te hebben voor zijn barmhartigheid. En dat is het doel waar gelovigen op mikken.

Maar Paulus brengt het lelijke geknor van deze varkens terecht tot zwijgen. Zij zeggen dat ze onbezorgd doorgaan met hun misdaden. Want als ze bij het aantal van de uitverkorenen horen, kunnen hun misdaden niet voorkomen dat ze uiteindelijk tot leven gebracht worden. Maar Paulus wijst erop dat we uitverkoren zijn met het doel dat we een heilig en onberispelijk leven leiden. Efeziërs 1:4 Als een heilig leven het doel is van de uitverkiezing, moet die ons juist opwekken en aanzetten tot een enthousiast nadenken over die heiligheid. Dan kunnen we die juist niet gebruiken als excuus voor laksheid. Want hoe groot is het verschil tussen die twee: goede daden nalaten omdat de uitverkiezing voldoende is om gered te worden en uitverkiezing met het doel dat wij ons best doen om goede daden te doen! Weg dus met zo’n heiligschennis! De uitverkiezing wordt zo volledig op z’n kop gezet!

Maar zij gaan met hun laster nog verder en zeggen dat je, als je door God verworpen bent, tevergeefs moeite doet om met een onschuldige en rechte levenswandel bij God in de gunst te komen. Maar uit deze bewering blijkt overtuigend dat ze heel onbeschaamd liegen. Want waar zou zo’n ijver anders uit voort kunnen komen dan uit de uitverkiezing? Immers, iedereen die bij het aantal van de verworpenen hoort, is een vat voor oneervol gebruik. Daarom houden zulke mensen niet op continu schanddaden te plegen, Gods woede tegen zich op te wekken en door duidelijke tekenen te bevestigen dat Gods oordeel over hen al geveld is. Het is dus absoluut niet zo dat ze zich daar tevergeefs tegen verzetten.

Bestellen?

Reageren

Schrijf hier je reactie.
Vul hier alsjeblieft je naam in