De tweede bede is of Gods koninkrijk mag komen. Mattheüs 6:10 Weliswaar bevat deze bede niets nieuws. Toch wordt er niet voor niets onderscheid gemaakt tussen deze bede en de eerste. Want als we bedenken hoe slaperig we op dit belangrijkste punt zijn, dan is het nodig dat wat ons op zichzelf volledig bekend had moeten zijn, er uitdrukkelijk bij ons ingestampt wordt. Dus eerst hebben we het bevel gekregen om God te vragen of Hij alles terecht wil wijzen en zelfs volledig wil vernietigen wat een smet werpt op zijn heilige naam. En nu wordt daar nog zo’n bede aan toegevoegd, die bijna hetzelfde is: of Gods koninkrijk mag komen.
Ik heb eerder al een definitie van dat koninkrijk gegeven. Maar ik zal die nu kort herhalen. God regeert waar mensen zich toewijden aan zijn rechtvaardigheid, door zichzelf te verloochenen, de wereld en het aardse leven te verachten en te streven naar het hemelse leven. Dit koninkrijk bestaat dus uit twee onderdelen. In de eerste plaats dat God alle slechte begeerten van het vlees, die bataljon na bataljon oorlog met Hem voeren, door de kracht van zijn Geest corrigeert. In de tweede plaats dat Hij al onze zinnen vormt tot gehoorzaamheid aan zijn regering.
Daarom houd je je bij deze bede alleen aan de goede volgorde als je bij jezelf begint. Jij moet gereinigd worden van elk bederf dat de toestand van rust in Gods koninkrijk verstoort en zijn reinheid besmet.
Verder is Gods Woord net een koninklijke scepter. Daarom wordt ons hier bevolen te bidden of God ieders verstand en hart in vrijwillige gehoorzaamheid wil onderwerpen aan dat Woord. Dat gebeurt als Hij door de verborgen innerlijke werking van zijn Geest de effectiviteit van zijn Woord openbaart. Dan schittert dat Woord op de eervolle positie die het verdient.
Vervolgens moeten we afdalen naar de goddelozen, die zich koppig en met een wanhopige razernij tegen Gods regering verzetten. God richt dus zijn koninkrijk op als Hij heel de wereld vernedert. Maar Hij doet dat op verschillende manieren. Want van sommigen temt Hij de overmoed, van anderen breekt Hij de ongetemde hoogmoed. We moeten graag willen dat dit elke dag gebeurt. Dan verzamelt God kerken uit alle werelddelen. Hij laat die in aantal groeien, verrijkt die met zijn gaven en handhaaft in hen een wettelijke orde. Aan de andere kant werpt Hij alle vijanden van de zuivere leer en de zuivere godsdienst omver, Hij gooit hun plannen in de war en verijdelt hun pogingen.
Daaruit blijkt dat we niet voor niets het bevel krijgen dat we ons best moeten doen om elke dag vooruit te komen. Want het gaat met de menselijke zaken nooit zo goed dat het vuil van de zonden uit de weg geruimd en afgewassen wordt. De zuiverheid floreert nooit volledig. Nee, die volledigheid blijft uit tot het einde, als Christus terugkomt. Dan zal God alles zijn in allen, zoals Paulus leert. 1 Korinthiërs 15:28
Deze bede moet ons dus aftrekken van de bedorven dingen van de wereld. Die scheiden ons van God, zodat zijn koninkrijk niet in ons floreert. En zo moet deze bede ons ook aansporen om ijverig ons vlees te doden. En ten slotte moet deze bede ons leren ons kruis te dragen. Want God wil dat zijn koninkrijk op die manier wordt uitgebreid.
En we moeten het niet oneerlijk vinden als de uiterlijke mens vergaat. Als de innerlijke mens maar vernieuwd wordt. Want de voorwaarde voor Gods koninkrijk is dat Hij ons laat delen in zijn glorie als we ons onderwerpen aan zijn rechtvaardigheid. Dat gebeurt als Hij zijn licht en waarheid door nieuwe groei steeds meer laat schitteren. Door dat licht en die waarheid verdwijnen de duisternis en de leugens van Satan en zijn rijk. Ze worden vernietigd en vergaan. Dan beschermt God de zijnen. Hij leidt hen door de hulp van zijn Geest op het rechte spoor en geeft hun kracht om vol te houden. Maar de goddeloze samenzweringen van de vijanden gooit Hij omver. Hij verzet zich tegen hun slechtheid. Hij onderdrukt hun koppigheid. Totdat Hij uiteindelijk met de adem van zijn mond de antichrist onderwerpt en alle goddeloosheid vernietigt met de schittering van zijn komst. 2 Thessalonicenzen 2:8