3.20.30 – Kerkgebouwen

0
437

God beveelt door zijn Woord dus dat de gelovigen samen bidden. Daarom moeten er ook openbare kerkgebouwen bestemd zijn voor het houden van die gebeden. En degenen die weigeren om zich daar met Gods volk in gebed te verenigen, mogen geen misbruik maken van het excuus dat ze hun binnenkamer in gaan om Gods gebod te gehoorzamen. Want God belooft dat Hij alles zal doen waar twee of drie die in zijn naam bij elkaar zijn om zullen bidden. Mattheüs 18:19-20 Daarmee verklaart Hij dat Hij openlijk uitgesproken gebeden absoluut niet negeert. Als men er maar niet op uit is om door mensen geëerd te worden, maar een oprecht en echt verlangen heeft dat in het verborgene van het hart huist.

Dit is vast en zeker een legitiem gebruik van kerkgebouwen. Als dat zo is, dan moeten we aan de andere kant oppassen dat we die kerkgebouwen niet beschouwen als plekken waar God daadwerkelijk woont, waar Hij van een plek dichter bij ons naar ons luistert. Ook moeten we kerkgebouwen niet een of andere verborgen heiligheid toeschrijven, waardoor ons gebed voor God heiliger zou zijn. Sinds enkele eeuwen doet men dat wel. Maar wij zijn zelf Gods tempel. Als we God in zijn heilige tempel willen aanroepen, moeten we dus in onszelf bidden. Maar zo’n domheid moeten we aan de Joden en de heidenen overlaten. Wij hebben het gebod om de Heer zonder onderscheid van plaats aan te roepen in geest en in waarheid. Johannes 4:23

Vroeger was de tempel weliswaar op bevel van God gewijd om er te bidden en slachtoffers te offeren. Maar dat was in de tijd toen de waarheid nog door zulke schaduwen werd afgebeeld en daaronder schuilging. Nu is de waarheid als levende werkelijkheid voor ons uitgedrukt. Dat staat niet toe dat we ons afhankelijk maken van een materiële tempel. En zelfs bij de Joden werd de tempel niet aangeprezen met de voorwaarde dat ze Gods aanwezigheid zouden opsluiten binnen zijn tempel. Nee, ze moesten daar getraind worden in het zien van de gedaante van de echte tempel. En daarom berispten Jesaja en Stefanus ernstig degenen die dachten dat God op een of andere manier woont in tempels die met handen gemaakt zijn. Jesaja 66:1; Handelingen 7:48-49

Bestellen?

Reageren

Schrijf hier je reactie.
Vul hier alsjeblieft je naam in